De bauw, ook wel baaf genoemd, die vermoedelijk zijn oorsprong heeft gevonden in een wasbare bescherming tegen morsen bij het eten (bij baby's een kwijlbauw), heeft in de dracht een blijvende...
De bauw, ook wel baaf genoemd, die vermoedelijk zijn oorsprong heeft gevonden in een wasbare bescherming tegen morsen bij het eten (bij baby's een kwijlbauw), heeft in de dracht een blijvende plaats gekregen. Door de keuze van het materiaal en de bewerking daarvan, is de bauw veelal een kostbaar sierraad van pronk geworden. Het doopbauwtje, een dubbelgenomen rechthoekig linnen lapje, geheel versierd met borduurwerk in zwarte koordzijde, wordt uitsluitend voor de doopplechtigheid gebruikt. Ondanks dit eenmalige gebruik is meestal toch het borduurwerk vrij sleets geworden. Door eeuwenlange tradities zijn de mooie kostbaar bewerkte stukken aan elkaar doorgegeven en door het vele wassen heeft het zwart een vale, soms bruinachtige tint ge- kregen. Mede hierdoor, alswel dat men eeuwenlang heeft vastgehouden aan overgeleverde patronen, is het lastig de leeftijd van deze stukken te bepalen. De Markers dragen op bijzondere gelegenheden het liefst "dood ouderwets", "dood antiek". Bestaande uit a en b, dubbel genomen rechthoekige linnen lapjes, aan de zijde die tegen de hals aankomt een lichte holling, de zoom rondom overstoken met drie festonsteken in een gaatje waardoor een aardig zwart-wit effect ontstaat, bauwtje B heeft rondom een genaaid zwart-wit kantje, bij bauwtje A heeft dat er vermoedelijk wel gezeten, langs de zoom een breed randornament, het overgebleven paneeltje door randornament ingedeeld in vier kwartieren die opgevuld zijn met allerlei motieven, bauwtje A de initialen C.P., L.H., C.I. en L.H., bauwtje B heeft linnen bandjes en lusjes.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie