Cremekleurige canezou, handgeborduurd, met slippen (imitatie). Vastgespeld van voren. Waarschijnlijk voor een vrouwelijke pop bedoeld want sluiting klopt niet, terwijl bij miniatuur het stuk werd...
Cremekleurige canezou, handgeborduurd, met slippen (imitatie). Vastgespeld van voren. Waarschijnlijk voor een vrouwelijke pop bedoeld want sluiting klopt niet, terwijl bij miniatuur het stuk werd nagemaakt. Kort modieus, rond 1830.
Effen batisten vóórgeopend lijfje met open zijnaden en geborduurde schouder-flapjes, z.g. epauletten (bestaande uit 2 delen). Eroverheen is een los geplooid kraagstuk aangebracht aan de voorkant, alleen achter bij de ronde hals vastgehecht. Dit kraagstuk loop aan de voorkant puntig toe naar het middel en is aan de achterkant verlengd met twee lapellen, die ongelijk van lengte zijn. Het batisten lijfje is achter hoog maar voor diep uitgesneden bij de hals. Het is ingerimpeld op boordje, achter puntig toelopend tot 't middel. De schouderflapjes, het kraagstuk en de daarbij behorende lapellen zijn geborduurd in Frans borduurwerk in florale motieven, met uitgeschulpte gefestonneerde rand afgezet.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie