Halsdoek

Het doekje was vermoedelijk van oorsprong een sierzakdoek, dat later als halsdoek werd gedragen. Ofschoon het doekje in de week nooit gedragen wordt is het toch van grote betekenis in de Marker dracht. Vrijwel alle schakeringen van iemands persoonlijke situatie, worden in dit doekje tot uitdrukking gebracht. In de aangehechte "akertjes wordt deze uitdrukking nog versterkt. De kwastvormige aanhangseltjes op de hoeken, zijn bij zware rouw enkel een pluimpje sajet, bij lichtere rouw bestaan ze veelal uit glanzende zwarte kraaltjes. 's Zondags is het doekje bij voorkeur een uit India geimporteerd kleurig geruit katoentje. In zware rouw is het doekje zwart van kleur, in lichtere rouw is er een weinig wit aanwezig. Voor allerlei andere bijzondere gelegenheden of hoogtijdagen zijn er weer andere doekjes in gebruik, b.v. het; doekje met rood gedragen door vrouwen op 2e Pinksterdag of doekjes met kant, snee- en stopwerk, voor andere gelegenheden. Mannen en kinderen dragen ook doekjes, Zwart met witte stipjes. Diagonaal gevouwen. De vouwen zijn met een rijgsteek vastgezet. Aan de punten op de rug 2 kwastjes van glanzend zwart garen. Zware rouw.