Hemd voor vrouw, Marken

Wit linnen hemd met geborduurde manchetten, maar zonder halsboord. De onderzijde van de mouwen zijn versierd met Turks rood en bruin en afgewerkt met bruin zijden koor. Bij het achterpand onder het split een huismerk. Een hemd als dit werd gedragen door de moeder wanneer haar kindje werd gedoopt. Het split werd op de rug gedragen. In het voorpand zit een vertikaal split waardoor de baby gezoogd kan worden. Fijn wit linnen, voor- en achterpand aan een stuk geknipt, wijdte verkregen door inzetten van zijklinken die van zoom tot helft arms- gaten lopen, rechte mouwen ingezet met klinken voor extra ruimte, aan voorzijde halssplit een trensje met een soort netje tegen inscheuren, op de halsronding een boordje geborduurd en overstoken met Turks rood en bruin en afgewerkt met bruin zijden koor, onderzijde mouwen versierd met Turks rood en bruin, en afgewerkt met bruin zijden koor, aan de achterzijde onder het split een huismerk, een halsboordje dat er waarschijnlijk wel geweest is, ontbreekt. Het vrouwenhemd is in vorm gelijk als het meisjeshemd, er komt alleen een gewerkt beffie (opstaand boordje) aan. Op het beffie van dubbelgenomen rellinnen, wat langs de boven- en zijkanten omboord is met zwart zijden keperband, wordt een rijke versiering aangebracht in Turkse rode en zwarte zijde. Bestond het ornament vroeger geheel en al uit Spaanse oogjes, van ongeveer 1750 af nemen kruissteekjes deze plaats in. Door deze prachtige versieringen wordt het beffie voor het wassen telkens van het hemd losgetornd, afzonderlijk gereinigd en steeds weer opnieuw opgezet.; Geleidelijk aan verdwijnt het dragen van het hemd en het beffie. In plaats daarvan wordt nog enige tijd het halsje gedragen, vooral door hen die niet meer het ouderwetse hemd willen dragen vanwege de vele proppen stof. Zij zijn overgegaan op de stadse onderkleding maar durven het beffie nog niet geheel af te schaffen.