Vrouwen hoofddoek. Dergelijke doeken heten zowel telia rumal sari als telia rumal dopatta. Dit wijst op een dubbel gebruik, en unanimiteit in de verklaring heerst er niet. Een rumal is een...
Vrouwen hoofddoek. Dergelijke doeken heten zowel telia rumal sari als telia rumal dopatta. Dit wijst op een dubbel gebruik, en unanimiteit in de verklaring heerst er niet. Een rumal is een vierkante doek, een sari een langwerpige wikkellap voor vrouwen. Rumals dienden vooral als hoofdbedekking. Maar dubbele rumals fungeerden ook wel als lungi en als sari in het geval twee lappen aan elkaar waren gezet. Echter, een dubbele rumal komt doorgaans uit op een lengte van circa 270 cm, rijkelijk kort voor een sari. Er bestaan echter ook aaneengeweven doeken, zoals onderhavig exemplaar (zij het dat die te kort lijkt voor een sari), met een lengte van 500 tot vroeger 800 cm en dus geschikt als sari. Zie litt. 1, p.232-4, 160-3; litt. 2, p.132-3, 142-3; litt. 3, p.88. Vervaardiging Handwerk. Geweven in bandha ('ikat') techniek. In Andhra Pradesh werden eind 19de eeuw in het dorp Chirala (Guntur district) textielen vervaardigd die de algemene benaming Telia Rumal of Telia Dopatta droegen. Het betreft vierkante of rechthoekige doeken. De naam is ontleend aan het feit dat de vierkante doeken (rumal) een olie-achtige geur en voorkomen hebben (telia/tela = olie, in de taal Telugu). De katoenen garens werden met aarde, soda, olie en schapenmest behandeld alvorens met alizarine (rode verfstof uit meekrap) geverfd te worden. Het woord dupatta/dopatta betekent sjaal/hoofddoek, voor mannen of vrouwen, afhankelijk van het gebruik per streek. Een andere naam is chitki (= Telugu voor tie-dyed (afgebonden) spikkeltjes textiel) hetgeen verwijst naar de afbindtechniek. Soortgelijk werk werd ook in Pochampalli, bij Hyderabad, vervaardigd.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie