Jas voor man

Als volwassenen op Marken eenmaal belijdenis hadden gedaan, namen ze twee keer per jaar deel aan het Avondmaal: omstreeks Pasen (een week na het bevestigen) en in oktober. De man droeg dan tot ongeveer 1925, over zijn witte, linnen hemd met mooi gewerkt beffie, een rood, wollen hemd met linnen knoopjes. Hier overheen droeg hij een streept rokkie van een stof die in oude inventarissen vaak wordt aangeduid als fustein. Deze stof werd ook gebruikt voor het streepte vrouwenbuisje. Dit streept rokkie is niet gevoerd en sluit aan de voorzijde met zes zilveren, Zeeuwse knopen. De hals wordt gesloten met een zevende knoop. Streeptrokkie van fustein (donkerblauw linnen met enkele in groepjes van 3 wit linnen kettingdraden en een blauw wollen inslag), de jas (geheel ongevoerd), is vrij sluitend om het lijf maar valt door 3 ingezette klinken klokkend over de heupen, middenvoor in de taille sluit het rokkie met 6 Zeeuwse knopen, de knoopsgaten zijn met rode zijde gefestonneerd, aan de hals een 7e knoop en knoopsgat welke echter door de krappe snit niet gesloten kan worden, hier wordt de jas gesloten met een schakelkettinkje die een ruimte kan overbruggen, het knoopsgat aan de hals is versierd met een "Spaans lijninkje" in rode zijde, de halsopening en de voorranden zijn met een rood-wit kloskoordje afgewerkt. Slijitgaten bij de schouders De mannen en vrouwen op Marken namen deel aan het Avondmaal als ze belijdenis hadden gedaan. Het Avondmaal wordt tweemaal in het jaar gehouden, omstreeks Pasen (een week na het bevestigen) en in oktober. De man droeg tot ongeveer 1925 over zijn wit linnen hemd met mooi gewerkt beffie een rood wollen hemd met linnen knoopjes. Over dit rood wollen hemd, droeg men een zg. "streept rokkie". Het stof-type dat hiervoor gebruikt werd, wordt vaak in oude inventarissen aangeduid als fustein. Deze stof werd ook gebruikt voor het streepte vrouwenbuisje.Streept rokkie voor man Marken, 1750 - 1900 linnen, wol, zijde en zilver Als volwassenen op Marken eenmaal belijdenis hadden gedaan, namen ze twee keer per jaar deel aan het Avondmaal: omstreeks Pasen (een week na het bevestigen) en in oktober. De man droeg dan tot ongeveer 1925, over zijn witte, linnen hemd met mooi gewerkt beffie, een rood, wollen hemd met linnen knoopjes. Hier overheen droeg hij een streept rokkie van een stof die in oude inventarissen vaak wordt aangeduid als fustein. Deze stof werd ook gebruikt voor het streepte vrouwenbuisje. Dit streept rokkie is niet gevoerd en sluit aan de voorzijde met zes zilveren, Zeeuwse knopen. De hals wordt gesloten met een zevende knoop.