Kain panjang kepala tumpal, wat wijst op de halve kepala met tumpal en papan aan elk uiteinde van de doek. Tumpal en papan zijn gevuld met ranken, bloemen (celuki, anjer), en fabelvogels,...
Kain panjang kepala tumpal, wat wijst op de halve kepala met tumpal en papan aan elk uiteinde van de doek. Tumpal en papan zijn gevuld met ranken, bloemen (celuki, anjer), en fabelvogels, waarschijnlijk afgeleid van de Chinese feniks, welvaartssymbool (Heringa, 1996). De badan ('lichaam') staat vol met takken met grote bladeren, waartussen ook weer sierlijke vogels vliegen, feniksen? De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. Kain panjangs met halve kepala werden vroeger gedragen door vrije vrouwen, terwijl slaven een sarung droegen met een complete kepala in het midden van de badan (van Hout, 2001). In Lasem was een groot deel van de batik voor de export naar Sumatra bestemd. De batikproduktie was grotendeels in handen van Indo-Chinezen (Peranakan)(van Hout, 2001). Ook deze doek was bestemd voor de export, en voor de lokale markt.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie