Overkleed en verknipte lap van onderrok van robe à la française, lichtblauwe zijde met ingeweven witte bloemenslingers en veelkleurige gebrocheerde bloemtakken

Robe à la française, bestaande uit een overkleed zonder rok of tablier, van lichtblauwe zijde met ingeweven witte bloemenslingers en gebrocheerde veelkleurige bloemtakken in roze, donkerrood, geel, groen, blauw en paars. De japon heeft een brede rechthoekige halsopening aan de voorzijde, en een kleinere vierkante hals aan de rugzijde. Het lijf bestaat uit twee voorpandjes die versmallen en uitlopen in een afgestompte punt. Het lijf sluit middenvoor met houten knoopjes, die met lichtblauwe zijde zijn omwerkt. De zijpanden, die tot op de rug doorlopen, hebben een brede platte plooi, die ook in de rokdelen van het overkleed zijn aangebracht. De plooien in het rokgedeelte zijn na de taille losgelaten, en verdwijnen in de rok. De rug bestaat uit één stofdeel en wordt gevormd door een Watteauplooi, die vanaf de hals in twee dubbele stolpplooien lopen en overgaan in het rokgedeelte. De mouwen bestaan uit één deel, de naad loopt vanaf de oksel langs de binnenarm. De mouwen zijn glad aan de japon gezet, en afgewerkt met mouwstroken, die in de buiging van de armkorter is dan aan de achterzijde. De mouwstroken hebben licht golvende randen, en zijn met regelmatige stolpplooitjes aan de mouwen gezet.De mouwstroken hebben een smal kanten randje, Het openvallende rokgedeelte van het overkleed is glad aan het lijf gezet, en gaat aan de achterzijde over in de plis Watteau. Er is extra ruimte in de rok verkregen door 4 plooien samen te nemen in de zij, waarin ook de zakopeningen zijn verborgen. De rok is aan de achterzijde iets langer dan aan de voorzijde. De mouwen en het lijfje zijn gevoerd met blauwwit gestreept linnen. In de rug van het lijfje zit een rijgsluiting om beide rugpandjes te sluiten, en het lifje passend te kunnen maken. Waarschijnlijk is de japon in de rug en de taille ingenomen. het rokgedeelte heeft een voerinmg van hemelsblauwe dunne zijde. De mouwstroken hebben een lichtblauwe zijden voering. In de zoom van het rokgedeelte zijn twee metalen oogjes genaaid, en in het lijfje twee strikbandjes, vermoedelijk om de rok op te kunnen nemen. Aanvulling Jacoba, 2014: Gedeelte van een bijbehorende onderrok van lichtblauwe zijde met ingeweven witte bloemslingers en gebrocheerde veelkleurige bloemtakken. Gekke plooien van zakken, onderrok is uit elkaar gehaald en vermaakt. Taillenaad nog duidelijk zichtbaar. Dichtgenaaide zaksplit. Geen volledige onderrok, maar wel als zodanig op te stellen.

Robe à la française, zonder rok of tablier, van lichtblauwe zijde met gebrocheerde veelkleurige boeketten en witte bloemslingers. Vierkante hals waaraan Watteauplooi; halflange strakke mouwen met éventail-stroken; voering lijf; blauw-wit gestreept linnen, middenachter voering van de rok is blauwe zijde. Hierbij 3 lappen van de stof aan elkaar gezet, waarschijnlijk voor de rok.