Paar sandalen

De kleding van de Dogon, de huidige bewoners van het Tellem-gebied, wijkt af van die van de Tellem. Mannen dragen katoenen tunieken van een ander model dan de Tellem. Bij jonge mannen worden de zijkanten van de tuniek niet aan elkaar genaaid, bij oudere mannen wel. De tunieken worden meestal effen blauw of bruin geverfd. Jonge herders dragen mutsen met een punt, soms versierd met aluminium krammen. Mannen dragen vaak een brede gevlochten Peul hoed, afgebiesd met leer, of een rechthoekige muts die op veel verschillende wijzen gedragen kan worden. Een broek met wijd kruis wordt met of zonder tuniek gedragen. Tegenwoordig is de concurrentie van tweedehands kleding uit Europa zo groot dat velen er toe over zijn gegaan deze te dragen. Ook gaan de wevers meer en meer over op geïmporteerde garens. De sandalen bestaan uit stukken ongelooid leer in de vorm van de voetzool.. Het leer loopt over de tenen tot aan de wreef door. Er is een duidelijk verschil tussen de linker- en de rechtersandaal. Er loopt een bandje van de wreef door een lus aan de ene zijkant , achter de hiel door, door een lus aan de andere zijkant weer naar de wreef. De twee lussen worden onder de zool vastgeknoopt. Aan de binnenkant van de sandaal zijn nog wat huidharen aanwezig.