De mooiste bovenrok was van tibet of merinos, een dichtgeweven, vrij dure, wollenstof. Soms was het voorpand (onzichtbaar onder het schort) van het goedkopere katoentibet. Sommigen droegen een rok...
De mooiste bovenrok was van tibet of merinos, een dichtgeweven, vrij dure, wollenstof. Soms was het voorpand (onzichtbaar onder het schort) van het goedkopere katoentibet. Sommigen droegen een rok van kasjmir. Deze stof is nog fijner geweven, wat meer glanzend en aan de binnenkant glad inplaats van wollig zoals tibet. alle rokken sloten links met haak en oog. De rok was aan de onderzijde afgezet met pluche band om slijtage te voorkomen. Bovendien was er aan de binnenkant een brede stootrand gezet van een soort voeringstof. Bron: "Nunspeetse Kleraozie". Bovenrok van blauw merinos wol voorkant glad en achterkant geplooid, aan de onderkant is de rok afgezet met slijtband. Een oprijgsel (koppel) aan de onderkant. Aan beide zijkanten een opening de zogenaamde "krasgaten".
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie