Het schort of skort is de bovenrok in de Marker klederdracht. Tot de W.O II werd het schort afgezet met wollen band en de taille ingerimpeld over zo'n 5 cm. Na W.O. II gebruikt men wollen koor en...
Het schort of skort is de bovenrok in de Marker klederdracht. Tot de W.O II werd het schort afgezet met wollen band en de taille ingerimpeld over zo'n 5 cm. Na W.O. II gebruikt men wollen koor en is het ingerimpelde stofdeel zo'n 10 tot 12 cm. Voor 1940 droegen de vrouwen van Kerstmis tot Pasen een zwart linnen schort, een z.g. "lintschort". Na 1940 werd deze ook gedragen bij het vuile ruwe werk. Ze werden geheel vaal en grauw door het vele wassen.; Bij speciale gelegenheden werden verschillende schorten gedragen afgezet met ander band of koor, bv. bij de doop werd een schort gedragen afgezet met groen of knechtskoor, in de rouw was het koor zwart en met Pinkster droeg men een antieke kamgaren schort afgezet met rood wollen koor.; Het dragen van een wit schort bij het turven (gemaakt van witte meelzakken), was een typische gril van jonge meisjes.; Jongens dragen tot hun zesde jaar ook eenzelfde schort met enkele verschillende details. Donkerblauwe wol, oranje-bruin wollen band langs zoom en zaksplit, sluiting en split middenvoor, rechts verticaal split, waardoor dijzak of zak in onderrok bereikbaar is, onder zaksplit de initialen L.C., achter fijn ingeplooid over een hoogte van 4 cm., zoom heeft "stootrand" (binnenzijde verstevigd met verschillende stukken stof).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie