Functie: Het vrouwelijke kledingrepertoire bestaat uit een meerkleurig bovenstuk genaamd huipil; een rok met een patroon of effen genaamd falda of corte; een geborduurd of geweven ceintuur genaamd...
Functie: Het vrouwelijke kledingrepertoire bestaat uit een meerkleurig bovenstuk genaamd huipil; een rok met een patroon of effen genaamd falda of corte; een geborduurd of geweven ceintuur genaamd faja; versiering voor het hoofd en haar genaamd cinta; en een doek voor verschillende doeleinden genaamd tzute of servilleta. Fajas, de naam van een vrouwen ceintuur of riem, worden op een heupweefgetouw geweven. Ze variëren in lengte, breedte en borduursel of geborduurd ontwerp afhankelijk van het dorp waar ze vandaan komen. Decoratie patronen variëren van mensen en dieren motieven tot geometrische en streep motieven. De uiteinden hangen meestal los als franjes, maar kunnen ook gevlochten worden of met pompons afgewerkt. De manier waarop fajas gedragen worden varieert per dorp. Sommige dorpen stoppen de uiteinden in en andere knopen de faja vast en laten de uiteinden los hangen. De meeste fajas zijn gemaakt van katoen, maar ze kunnen ook van wol gemaakt worden. Beschrijving: Deze faja is geweven met roze, blauw, groen, geel, rood en wit. Aan beide zijden zijn verschillende motieven afgebeeld met roze van o.a. vogels en diamant motieven (in de vorm van brokaten). Een brokaat is een decoratieve techniek waarbij extra draden aan het weefsel worden toegevoegd tijdens het weven. De randen zijn rood, geel, groen en blauw. De uiteinden van de faja hebben franjes.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie