Vouwwaaier in watergroene zijde met handgeschilderd landelijk tafereel

 

In de negentiende eeuw overheerste het Historisme in de kunst en architectuur. Deze stroming blikte terug op het verleden en ontleende decoraties aan vroegere stijlperioden uit onder andere de...

Maker
Ch. Olivier (ontwerper)
Objectnummer
MMH.1998.0299
Instelling
Modemuseum Hasselt
Periode
1880/1920

In de negentiende eeuw overheerste het Historisme in de kunst en architectuur. Deze stroming blikte terug op het verleden en ontleende decoraties aan vroegere stijlperioden uit onder andere de zeventiende en achttiende eeuw. Zo ontstonden diverse neostijlen zoals de Neogotiek, Neobarok en de Neorococo. Ook voor de decoratie van de negentiende-eeuwse waaier werd er geput uit het verleden. Dit soort waaiers worden ook wel pastiches genoemd. Deze neostijlen worden in de negentiende eeuw door en naast elkaar gebruikt wat het lastig maakt deze waaiers te dateren. Het gebruikte materiaal en de afmetingen van de waaier kunnen dan een hulpmiddel zijn. Op deze waaier is een vrouw afgebeeld, gekleed in een robe à la polonaise. De robe à la polonaise werd gedragen aan de Europese hoven aan het einde van de achttiende eeuw. De vrouw leunt met haar rechterhand lichtjes tegen een boom en kijkt naar twee pratende engeltjes. De gehele voorstelling is in zoete pasteltinten geschilderd. De ivoren benen zijn gegraveerd met rocaille- en bladmotieven. Gezien de grootte van de waaier, met een spanwijdte van 65 centimeter, en het zijde waaierblad waarop centraal de voorstelling is geschilderd en de achtergrond leeg is gelaten, zou de waaier gedateerd kunnen worden op circa 1880-1920.

In de negentiende eeuw overheerste het Historisme in de kunst en architectuur. Deze stroming blikte terug op het verleden en ontleende decoraties aan vroegere stijlperioden uit onder andere de zeventiende en achttiende eeuw. Zo ontstonden diverse neostijlen zoals de Neogotiek, Neobarok en de Neorococo. Ook voor de decoratie van de negentiende-eeuwse waaier werd er geput uit het verleden. Dit soort waaiers worden ook wel pastiches genoemd. Deze neostijlen worden in de negentiende eeuw door en naast elkaar gebruikt wat het lastig maakt deze waaiers te dateren. Het gebruikte materiaal en de afmetingen van de waaier kunnen dan een hulpmiddel zijn. Op deze waaier is een vrouw afgebeeld, gekleed in een robe à la polonaise. De robe à la polonaise werd gedragen aan de Europese hoven aan het einde van de achttiende eeuw. De vrouw leunt met haar rechterhand lichtjes tegen een boom en kijkt naar twee pratende engeltjes. De gehele voorstelling is in zoete pasteltinten geschilderd. De ivoren benen zijn gegraveerd met rocaille- en bladmotieven. Gezien de grootte van de waaier, met een spanwijdte van 65 centimeter, en het zijde waaierblad waarop centraal de voorstelling is geschilderd en de achtergrond leeg is gelaten, zou de waaier gedateerd kunnen worden op circa 1880-1920. De vouwwaaier heeft een enkel waaierblad in watergroene zijde versierd met een handgeschilderd landelijk tafereel. De 18e-eeuwse voorstelling is centraal op het waaierblad aangebracht. Te zien is een vrouw gekleed à la polonaise die met haar rechterhand lichtjes tegen een boom leunt en naar twee pratende engeltjes kijkt. Links op het waaierblad is de waaier gesigneerd met 'Ch. Olivier'. Het montuur bestaat uit 16 aaneengesloten benen in ivoor versierd met gegraveerde rocaille- en bladmotieven. Door het hoofd van de benen steekt een metalen sluitpin met paarlemoeren knoppen en een sierlijke koperen waaierring. De buitenbenen hebben een lengte van 35 cm. Het waaierblad heeft een lengte van 23 cm. De spanwijdte van de waaier is 65 cm.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie