In de nieuwe tentoonstelling belicht het Tassenmuseum de absolute hoogtepunten van de bijzondere accessoirecollectie van het Rijksmuseum; onder andere parasols, paraplu’s, hoeden, haaraccessoires, shawls, handschoenen, waaiers, schoenen en kousen. Deze (tot nu toe!) verborgen modeschatten liggen normaliter opgeborgen in het depot van het Rijksmuseum, maar zijn van 16 september 2017 tot en met 28 januari 2018 te zien in Tassenmuseum Hendrikje. Naast de bijzondere accessoires van het Rijksmuseum selecteerde het Tassenmuseum diverse opmerkelijke tassen uit eigen collectie.
De term ‘accessoire’ werd pas voor het eerst gebruikt in de 19de eeuw. Accessoires kunnen een praktische functie hebben; zo kunnen ze je beschermen (zoals handschoenen beschermen tegen de kou of een hoed beschermt tegen de zon), maar accessoires (tassen en buidels) kunnen ook gebruikt worden om benodigdheden in mee te nemen die niet in je zak passen. Van oudsher dienen accessoires als object om jezelf mee te versieren en te onderscheiden. Daarnaast reflecteren accessoires ook de cultuur van het moment en de maatschappelijke status van de drager. Accessoires zijn even goed als de mode zelf een onderdeel van het modesysteem, zo niet een onderdeel dat nog sneller wisselt dan (kleding-)mode zelf.
Wie droeg een bepaald accessoire, wanneer en waarom? De tentoonstelling ‘Accessories are a Girl’s Best Friend’ vertelt de bezoeker een bijzonder verhaal over diverse accessoires en bijbehorende gebruiken en etiquette. Zo was de manier waarop en bij welke gelegenheid een accessoire werd gedragen vroeger van groot belang. Soms was een accessoire zelfs zó kenmerkend voor een bepaalde periode dat een tijdperk er zijn naam aan heeft ontleend. Denk aan de ‘Pruikentijd’ of de ‘molensteenkraag’. Ook konden accessoires de tijd aangeven: hoe langer de handschoen, hoe later het was op de dag.
Dankzij de unieke samenwerking met het Rijksmuseum bekijkt de bezoeker in de tentoonstelling ‘Accessories are a Girl’s Best Friend’ de absolute highlights op modisch gebied en ontdekt de belangrijkste accessoiretrends van de laatste 400 jaar.
‘Huismutsen’ werden in principe ‘s ochtends gedragen, enkel in en rondom het huis wanneer anderen je niet zagen. Zo hoefde je je haar nog niet te doen, maar kwam je toch netjes voor de dag.
Als je ’s middags ging wandelen nam je een parasol mee, ter bescherming tegen de zon. Waar we nu gewend zijn om bij te bruinen was dit tot eind jaren ’20 not done. Als dame probeerde je een bleke teint te houden.
Buiten in de zon was een parasol dus noodzakelijk. Pas toen Coco Chanel gebruind terug kwam van een cruise werd het zonnen populair.
Tijdens bals had je als dame een waaier nodig, niet zozeer om jezelf koelte toe te wuiven, maar vooral ook omdat je met een waaier in codetaal kon praten met vriendinnen en mogelijke minnaars. Naast het tonen van je maatschappelijke status met een rijk versierde waaier kon je heel wat informatie met elkaar uit wisselen.
Na 1900 dragen vrouwen steeds meer tassen die specifiek voor de avond bedoeld waren: kleine tasjes van bijzondere materialen. Maliëntassen waren bijzonder populair, net als tassen van geslepen staal. Vanaf de jaren ’20 richten couturiers zich ook meer op het ontwerpen van (avond)tassen. In de Art Deco periode werd er veel gekeken naar nieuwe materialen voor tassen zoals kunststof (celluloid) en aluminium.
In de 19de eeuw was het gebruikelijk om tijdens bals een balboekje te hebben voor je danspartners. Er waren strenge regels om iemand ten dans te vragen op een bal: om met een dame te mogen dansen moest een heer eerst toestemming vragen aan haar chaperonne. Zowel de jongeman als de dame schreven daarna de naam van de beoogde danspartner bij een bepaalde dans in hun balboekje, met een potlood dat aan het boekje vastzat. Dan pas kon er gedanst worden.
Elke tas vertelt zijn eigen verhaal. Zo levert ieder exemplaar informatie op over de mode, kunst, technieken en gewoontes in een bepaalde periode. In Tassenmuseum Hendrikje ontdek je de rijke geschiedenis van hét modeaccessoire bij uitstek.
Tassenmuseum Hendrikje is ontstaan vanuit de particuliere collectie van Hendrikje en Heinz Ivo. Vanuit hun Amstelveense woning verhuisde het Tassenmuseum in 2007 naar een prachtig pand gelegen aan de Herengracht in Amsterdam, onderdeel van het UNESCO Werelderfgoed de Amsterdamse Grachtengordel. Vanuit hier groeide het uit tot één van de tien beste modemusea ter wereld. De collectie van het Tassenmuseum bevat meer dan 5.000 tassen. Nergens anders vind je zoveel bijzondere en verrassende tassen bij elkaar. Van unieke historische stukken uit de 15e eeuw, tot tijdloze klassiekers van wereldberoemde merken zoals Chanel, Louis Vuitton en Hermès en opkomende designers.
Meer informatie vind je op Tassenmuseum.nl.