In de jaren ‘50 verovert een golf van rock-‘n-roll en jeugdcultuur uit Amerika de wereld. De mix van populaire beelden en muziek met kunst en mode verandert de manier waarop mensen gekleed gaan. Veel jonge ontwerpers maken, geïnspireerd door popart, spannende nieuwe patronen voor textiel en behang.
Zelfs gerenommeerde popart kunstenaars als Andy Warhol en internationaal geprezen modeontwerpers als Mary Quant, Pierre Cardin en Vivienne Westwood ontwerpen spectaculair ‘pop’-textiel voor mode en in huis. Van dessins met rocksterren en ‘soup cans’ tot psychedelische patronen en punkoutfits van de sixties en seventies; vooral bij een avontuurlijke jongere generatie vinden zij gretig aftrek.
De tentoonstelling ‘Pop Art Fabrics & Fashion’ laat meer dan tweehonderd textiel- en modeontwerpen zien, vanaf de geboorte van de popcultuur in 1956 tot haar roerige ondergang in de loop van de jaren ‘70. Hoogtepunten zijn items als de ‘Potato Sack’, waarin Marilyn Monroe werd gespot, recent ontdekte dessins van Andy Warhol, ‘Space Age’ textiel van Paco Rabanne, ‘Op Art’ outfits van Mary Quant, items uit Elton Johns persoonlijke garderobe en de shocking shirts van Vivienne Westwood.
Na de Tweede Wereldoorlog bloeit de levendige 'pop'-cultuur onder jongeren in Noord-Amerika en Europa. Gevoed vanuit de onderste lagen van de maatschappij, vestigt 'pop' zich als een kleurrijke uitbarsting van rock-'n-rollmuziek, mode en kunst. De cultuur kenmerkt zich door een veelheid aan gelaagde beelden en symboliek. Die beelden zijn volop aanwezig in het dagelijks leven. Ze zijn bekend via de reclame- en verpakkingsindustrie, billboardkunst, cartoons, stripboeken en via de film- en popwereld.
Het is voor het eerst dat tieners herkenbaar zijn als een op zichzelf staande groep. Zij durven taboes aan de kaak te stellen en hun kwetsbaarheid te tonen. Daarmee wijzen ze de traditionele normen en waarden van volwassenen af. Ze onderscheiden zich met een nieuwe stijl in kleding en woninginrichting, die in niets lijkt op de stijl van hun ouders.
Veel jonge, getalenteerde mode- en textielontwerpers uit de jaren ‘60 laten zich inspireren door de popart esthetiek en maken originele ontwerpen. Zelfs popart kunstenaars met de status van Andy Warhol verdienen hun geld met textielontwerpen. Recent zijn enkele van de dessins van deze toonaangevende grafisch ontwerper uit het naoorlogse New York herontdekt. Zij worden nu voor het eerst getoond. Ook zijn stoffen te zien van Nicky Zann, de gevierde stripboekauteur uit New York. Zijn opvallende textielontwerpen hebben veel gemeen met het werk van popart kunstenaar Roy Lichtenstein. Lichtenstein gebruikte op zijn beurt strips en cartoons van deze toonaangevende grafisch ontwerper als voornaamste inspiratiebron voor zijn kunstwerken. Van de rock-'n-roll tot de punk uit het midden van de jaren ‘70 is de symbiotische relatie tussen ‘pop’-textiel, ‘pop’-mode en popart onmiskenbaar.
Er is echter meer te beleven tijdens de jaren ‘60 dan alleen op popart geïnspireerde textiel en mode. Rond 1965 maken de Britse modeontwerpster Mary Quant en de Franse couturiers Pierre Cardin, André Courrèges en Paco Rabanne grote indruk met hun geometrische ontwerpen en gebruik van plastic als nieuw materiaal. De stromingen, waartoe hun werk wordt gerekend, 'Op Art' en 'Space Age' styling, vallend onder de generieke term 'pop'. Ook werk van deze ontwerpers is in de tentoonstelling te zien.
In de jaren ‘70 start Vivienne Westwood haar carrière in Londen. Haar baanbrekende 'Punk'-ontwerpen en het radicaal nieuw gebruik van stoffen veroorzaken een revolutie in de modewereld.
Het ontwerpen van ‘pop’-textiel bereikt in deze jaren zijn hoogtepunt, maar tegelijkertijd wordt het einde ervan ingeluid. Met het voortschrijden van het 'pop'-tijdperk, gaan jongeren zich radicaal anders kleden. Hun nieuwe stijl past beter bij de relaxte, antiautoritaire en gelijkwaardige manier waarop zij in het leven staan. Dé iconen van deze stijl zijn het T-shirt en de spijkerbroek. Daarmee heb je eindeloze mogelijkheden om te laten zien waar je voor staat. De tentoonstelling toont een aantal prachtige T-shirts, met afbeeldingen van David Bowie en de rock- en punkzanger Iggy Pop, uit het 'Punk'-tijdperk van de Britse beeldhouwer John Dove en zijn vrouw, de textielontwerpster Molly White. Hun werk uit de jaren ‘70 tilt het ontwerpen van T-shirts naar het niveau van moderne kunst.
Met ingang van de zomer zal het TextielMuseum in het teken staan van popart. Rondom de tentoonstelling worden er verschillende activiteiten georganiseerd rond het thema popart. Gezinnen met kinderen kunnen op onderzoek gaan in de tentoonstelling of samen het ProefLab ontdekken. Voor volwassen en professionals is er een uitgebreid programma met rondleidingen, workshops en masterclasses.