Een paar maanden geleden ontving het Haags Historisch Museum een bijzondere schenking. Het ging om persoonlijke items die hadden toebehoord aan verzetsheld George Maduro (15-07-1916 Willemstad-09-02-1945 Dachau). Hij is de naamgever van Madurodam, dat door zijn familie als nagedachtenis is gesticht. Een groot gedeelte van de schenking bestaat uit kleren die bijzonder goed bewaard zijn gebleven. De schenking geeft een interessant beeld van de kledingstijl van (jonge) mannen in de periode voor de Tweede Wereldoorlog.
George Maduro werd in 1916 geboren in een welvarende joodse familie op Curaçao. Als stamhouder werd veel van hem verwacht. In 1926 werd hij naar Den Haag gestuurd om daar het gymnasium te bezoeken en vervolgens rechten te studeren in Leiden. In 1936-37 vervulde hij zijn militaire dienstplicht aan de elitaire School voor Reserve-Officieren der Cavalerie (Huzaren) in Amersfoort. Na dit jaar zet hij zijn studie voort. In 1939 wordt hij gemobiliseerd (afb.5). In mei 1940 leidde de hij de verovering van de door de Duitsers bezette Villa Leeuwenberg. Na de capitulatie werd hij vastgezet als krijgsgevangene maar na een half jaar werd hij vrijgelaten. Omdat hij weigerde de Jodenster te dragen dook hij onder. Hij werd actief in het verzet maar tijdens een poging naar Spanje te vluchten werd hij verraden. Na diverse mislukte ontsnappingspogingen kwam hij in Dachau terecht waar hij vlak voor de bevrijding overleed.
Na de oorlog verzamelden familieleden overgebleven bezittingen van George in Nederland. Deze werden jarenlang op Curaçao bewaard. De familie heeft (een deel hiervan) aan het Haags Historisch Museum geschonken. De meeste kleding dateert uit de tweede helft van de jaren ’30 en is door George gedragen als jonge man. Er is relatief weinig herenkleding uit de eerste helft van de 20e eeuw opgenomen in museale collecties. Redenen hiervoor zijn mogelijk dat er ogenschijnlijk weinig veranderde en het minder uitgesproken karakter van herenkleding ten opzichte van de damesmode. Dit maakt de kleren van Maduro interessant vanuit kostuum-historisch oogpunt. Daarnaast geeft het een inkijkje in de stijl van de jonge George.
Het driedelig bruin krijtstreepkostuum (confectie, geen maatwerk!) spreekt misschien het meest tot de verbeelding. De algehele uitstraling is het toppunt van de mode uit de jaren ’30; het geeft de drager een atletisch figuur. De mode destijds was er op uit om ook mannen die dat niet waren toch die uitstraling te geven. Het jasje is een zeer populair tweerijig model met brede oplopende revers (afb. 2). Hoewel Engeland de leiding nam in de herenmode drukte Amerika er zoals gebruikelijk haar eigen stempel op. Daar waar de Britten het herenjasje waarschijnlijk hadden voorzien van een stevige dikke voering, is dit jasje ongevoerd en aan de binnenkant prachtig afgebiesd.
De taillering in het jasje is ronduit subliem en volgt een mooie lijn. Het jasje laat tevens goed zien dat men destijds niet vies was van een forse schouderlijn; niet minder dan vier centimeter aan vulling vormt de schouder, die ook nog eens breder is gemaakt. Zoals gebruikelijk is de borst gesneden met wat de mode destijds beschreef als ‘drape’; extra ruimte zodat de borst- en schouderpartij nog breder en forser oogt.
Nu was George al een slanke jongeheer, maar met de extra brede en opgevulde schouders, volle borstpartij (die extra werd benadrukt door de brede revers) en de sterk geaccentueerde taille moet hij een indrukwekkende en elegante verschijning zijn geweest. George droeg hierbij een zeer wijde bandplooibroek met verhoogde taille en een kort vestje. In koude tijden droeg hij hierover de kuitlange wintermantel die hetzelfde silhouet volgt; met een dubbele rij knopen, brede overslag in een zware donkerblauwe wol, waar hij zelfs mee op een foto staat.
De accessoires waarmee George zijn outfit kon personaliseren waren van groot belang. Een aantal zijden stropdassen en een kleurrijk pochet zijn wonder boven wonder nog bewaard gebleven, zij het helaas in erbarmelijke staat. Zwart-witfoto’s doen ons altijd vermoeden dat men in deze lang vervlogen tijden alleen maar donkere en sombere kleuren droeg. Dit is echter verre van de waarheid, en de overgeleverde accessoires van George illustreren dat perfect; ze zijn juist gemaakt in zeer levendige kleuren en speelse motieven (afb.3). Onderzoek naar dassen en pochets uit deze tijd heeft laten zien dat men destijds de hals en borstzak met meer kleur versierde dan tegenwoordig……
Bijzonder zijn ook een paar dunne groene zijden sokken, een luxe artikel dat past bij een man uit een gegoed milieu die zeker aandacht moet hebben besteed aan zijn kleren. Twee paren leren slippers zijn waarschijnlijk binnenshuis gedragen, of wellicht ook een herinnering aan het warme klimaat uit zijn jeugd? Op basis van deze kledingstukken kunnen we concluderen dat George zeker niet verlegen zat om geld. Het zou onterecht zijn om hem op basis van zijn kleurige dassen, zijden sokken of opvallende slippers excentriek of ijdel te noemen, maar we kunnen hem met zekerheid profileren als een goedgeklede jongeman die niet bang was voor wat kleur, zij het binnen- of buitenshuis. Was hij naar de moderne standaard een bijzonder goedgeklede man die niet schroomde om kleur te dragen? Absoluut. Maar destijds zou dat hoogstwaarschijnlijk lang niet zo zijn opgevallen als tegenwoordig.
Er is ook sportieve kleding van Maduro bewaard gebleven. Een voorbeeld is de plusfour, een over de knie vallende pofbroek, waarschijnlijk van Duitse of Nederlandse makelij. De mode van onze Oosterburen kreeg al in de jaren ’30 in Nederland voet aan wal, mede door de gevluchte Joodse kleermakers. De plusfour is gemaakt van grijze tweed met een beige ondertoon en met zeer wijde broekspijpen is deze broek een redelijk standaard model voor deze tijd. Het lijkt er overigens op dat de broek niet heel veel gedragen is. Een ander voorbeeld is een keihard flanellen Hockey shirt waarop het logo van de club genaaid (afb. 4). Het meest bijzonder is misschien wel het schermkostuum inclusief masker. Dit droeg Maduro tijdens zijn militaire opleiding in Amersfoort.
Toen George in dienst ging in Amersfoort moest hij diverse uniformen laten maken. Het klassieke jasje met helderblauwe tressen dat zo kenmerkend is voor de Huzaren heeft twee verschillende bijpassende hoofddeksels. Voor de Huzaren werden uniformen op maat gemaakt door de Hongaarse kleermaker Jordi in Amersfoort. Hiervoor moesten zij zelf (of hun familie) gedeeltelijk betalen. Zoals gebruikelijk werden jasjes als deze exact passend gemaakt op de drager, dus zeer nauw aansluitend, hetgeen de foto ook bewijst.
De binnenkant van dit kostuum laat goed zien dat het jasje bijna letterlijk om de drager heen werd gebouwd; de zware en vooral dikke buitenstof, een hard linnen binnenwerk en zware kepervoering geven bijna de indruk van een harnas (afb. 6). Naast de bijpassende laklaarzen is ook het dagelijkse uniform in veldgrijs (stof) bewaard gebleven, naast jasje, broek en hoofddeksels zijn ook een bijzonder zware overjas en een riem geschonken aan het museum waardoor dit uniform zo goed als compleet is. Het niveau van de arbeid is ronduit uitmuntend, en dit handwerk zou in deze tijd ook zeer veel gekost hebben. Niet onterecht, want beide uniformen doen aan alsof ze slechts enkele jaren oud zijn in plaats van bijna tachtig.
Voor een vernieuwde opstelling over de Tweede Wereldoorlog werd een grote vitrine in het museum gewijd aan Maduro (afb.7). Het driedelig pak moest hiervoor op een pop worden gezet. Dit bleek minder eenvoudig dan gedacht. Hoewel de maten van een confectiepak uit de jaren ’30 op het eerste gezicht niet zo veel lijken af te wijken van de maten van een modern pak, was het vinden van een pop met een taille die smal genoeg was geen sinecure. De kans is groot dat George nog net iets slanker was dan de torso waarop zijn pak nu wordt getoond. De schouders moesten daarentegen nog extra worden opgevuld.
Omdat de stropdassen van Maduro te zwak waren om gestrikt te worden, werd een ander exemplaar uit dezelfde periode gebruikt dat lijkt op een exemplaar dat George op een foto draagt (afb.1 en 2). Het hemd met de typerende puntige kraag (ofwel ‘spearpoint collar’, zoals het in de VS heette.) is nieuw gemaakt.
Andere kledingstukken werden voor de presentatie over de hutkoffer gedrapeerd die ook onderdeel was van de schenking. Dit refereert aan de overtocht die Maduro maakte van Willemstad naar Den Haag. Omdat de uniformen later zijn binnengekomen zijn deze nog niet te zien in de opstelling. Op de opening werd tot onze vreugde bekend dat er zich op Curaçao misschien nog meer kleren bevinden evenals brieven. Kortom een interessante casus voor verder onderzoek.
De kleren van Maduro zijn het komende jaar nog te zien bij het Haags Historisch Museum
Informatie over George Maduro is te vinden in de biografie: Kathleen Brandt-Kerry: Ridder zonder vrees of blaam Het leven van George Maduro 1916-1945, 2016
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie