Achterhoofdsieraad

Dit achterhoofdsieraad bestaat uit een krans van zoogdierbotjes, die door de mannen op het kortgeknipte haar rondom het achterhoofd gedragen wordt. De botjes, humeri van kleine buideldieren (voornamelijk Phalanger maculatus) en knaagdieren zijn aan het ene einde doorboord en nauwsluitend aan een touwkoord geregen. Bij de sluiting is als versiering groene vogelveren en katoen aangebracht. De hoofddecoraties maken het onderscheid tussen de verschillende dansuitrustingen en ceremoniële kledij. De andere sieraden en accessoires die tijdens de optredens gedragen worden hoeven niet significant van elkaar te verschillen, de nadruk wordt vooral op het hoofd gelegd. In het Centraal Bergland waren handelsnetwerken van belang en de status van de "Big Man" of de hoofdman van een gemeenschap hing in sterke mate af van de grootte van zijn netwerk en welke (kostbare) materialen zoals schelpen en veren hij kon verkrijgen. De zaken werden uitgewisseld tijdens grote feesten waarbij dansen werden opgevoerd, de "Big Men" elkaar met hun producten probeerden te overtreffen en verwacht werd dat alle deelnemers in vol ornaat gekleed gingen. Met name de mannen gingen bijzonder uitbundig getooid met armbanden, halskettingen, borstsieraden, lichaamsbeschilderingen en complexe hoofdtooien. Het is erg belangrijk voor de inheemse bevolking van het Centraal Bergland om zich zo mooi mogelijk op te tuigen bij deze gebeurtenissen omdat op deze manier de schoonheid en rijkdom van de gemeenschap verbeeld worden.