Als bovenste kledingstuk dragen mannen van 18 jaar en ouder een baadje van zwart wollen serge (sarris). Vanouds waren het baadjes van warm bruine serge, door de Markers als rood betiteld. Deze...
Als bovenste kledingstuk dragen mannen van 18 jaar en ouder een baadje van zwart wollen serge (sarris). Vanouds waren het baadjes van warm bruine serge, door de Markers als rood betiteld. Deze baadjes worden nog uitsluitend op hoogtijdagen, (met Pinksteren en op bruiloften) gedragen.; De baadjes die tegenwoordig (rond 1945) voor "bas" gedragen worden, sluiten met kleine zilveren draadgewerkte knoopjes, terwijl de baadjes voor daags glanzende donkere houten knopen hebben met een ivoren kern. De wijze van het in elkaar zetten van het kledingstuk, voering en bovenstof tegelijk aan elkaar, herinnert aan de werkwijze van de borsik en het mutsje. Baadje van zwart sarris, tegengevoerd met oranje baai, de mouwen gevoerd met bruin linnen en zwarte en blauwe katoen, voorpanden vallen ruim over elkaar heen, sluiting van dubbele rij 7 glanzend donker houten knopen met ivoren kern, knoopsgaten met groen gefestonneerd en trensjes aan de uiteinden, bovenste knoopsgat staat verticaal, "zijnaden" naar achteren geplaatst, rugpand valt langer dan de voorpanden, onderzijde van de panden zelfkant van de stof, mouwen met split reiken tot de pols en aan de onderzijde verlengd met strookje stof, halsuitsnijding verstevigd met een strook opgerolde stof aan de binnenzijde dat net even aan de buitenzijde is te zien, intialen P.D.in zwart op de bovenzijde van de voering, voor daags.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie