c. beursje. Uit één lapje, op een heupweefgetouw tamelijk los geweven van witte katoen en rode wol. Het afgeknipte lapje is dubbelgevouwen en met een smal naadje in rijgsteek aan de onder kant en...
c. beursje. Uit één lapje, op een heupweefgetouw tamelijk los geweven van witte katoen en rode wol. Het afgeknipte lapje is dubbelgevouwen en met een smal naadje in rijgsteek aan de onder kant en aan één zijde vastge- maakt. De open bovenkant is met een rolzoompje in rijgsteek afgewerkt. Door het zoompje is een van twee strengen rode wol getwijnd sluit- koordje geregen. De rode wol is in brokaattechniek verwerkt in een dichte ruitmotie, waarbij hier en daar een ruitlijn in verschillende kleu- ren is ingeweven. Deze beurs wordt in de gordel gedragen. Ze zijn wellicht te beschouwen als een laatste voorbeeld van de vroeger zo beroemde roodbrokaten tortilla-tassen uit dit dorp. Zie lit. p. 344. H. 14,5 cm., B. 13 cm.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie