Getailleerd, mouwloos jak, gestikt van lichtgrijze stof en gevoerd met donkergrijs. Er zit een tussenlaag van ca. 5 mm schuimrubber(?) in. Het jak heeft coupenaden voor en 2 deelnaden achter, die...
Getailleerd, mouwloos jak, gestikt van lichtgrijze stof en gevoerd met donkergrijs. Er zit een tussenlaag van ca. 5 mm schuimrubber(?) in. Het jak heeft coupenaden voor en 2 deelnaden achter, die onderaan het armsgat eindigen en die, mét de zijnaden geaccentueerd zijn door handgenaaid, blauw-grijs veterband (zijde). Door het hele jak steken knopspelden naar buiten. Hierop hangt als het ware een vlies van staalwol, waarmee tevens een sjaalkraag is gevormd. Als sluiting aan elke voorzijde 6 lussen van 2 cm. die in elkaar grijpen en waar doorheen een aluminium pen met knop van staalwol schuift. De 'Bodice' kan aan de voorzijde worden geopend en gesloten, door middel van een dun metalen stangetje dat door lusjes glijdt.
Hill Metselaar (1997): 'De Bodice was in de 18e en 19e eeuw een benaming voor een strak lijfje, met een bepaalde belijning. Deze belijning heb ik verwerkt in mijn object, met hedendaagse materialen, zoals staalwol en spelden. Deze materialen beschermen, maar zijn ook een wapen.'
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie