'Boerinnenpakje' bestaande uit 18de-eeuws jak van blauw gebloemde sits, 18de-eeuwse rok van zwarte sits met strooimotief, muts en twee fichu's

Ensemble, gedragen als 'boerinnenpakje', bestaande uit jak, rok, muts en twee fichu's. A) Jak van blauwe sits met uitgespaard en vervolgens bedrukt floraal motief. Motief bestaande uit uitgespaarde bloemen en blaadjes, bloemen bedrukt met rode contouren en blaadjes met rode en zwarte contouren. Deze zijn onderling verbonden door zwarte slingers. Opmerkelijk genoeg zijn de rode en zwarte opdruk niet doorgelopen tot in de achterzijde van de stof, wat in het linkervestpand te zien is. Model met lage vierkante hals en mouw tot op de elleboog. Hals ingevuld met inzetstuk van in plooien gestikt zalmroze/wit geruit katoen, niet origineel. Sluiting in schuin aangezette vestpanden middels haken en zwarte trenzen. Vestpanden zijn verbreed, originele vestpanden zijn aan de binnenzijde te zien. In het originele linkervestpand zijn de oorspronkelijke haken zichtbaar. Verbrede deel van de vestpanden gedeeltelijk gevoerd met blauw/wit gestreept katoen, in linkervestpand deels aan de buitenkant te zien. In de oksels ingezette sous-bras van crèmekleurig katoen, niet origineel. Schoot aan voorzijde recht, aan achterzijde in drie stolpplooien aangezet, bovenaan buitenste stolpplooien klein splitje. Schootnaad aan voorzijde in lichte en aan achterzijde in diepere punt doorgestikt. Gehele jak gevoerd met bruin/wit geruit linnen. Middenachter twee en in elk voorpand één bruin/wit gestreepte band om het jak aan het keurslijf te bevestigen. Mouwuiteindes verstevigd met donkerbruin katoenband, halsuitsnijding aan achterzijde verstevigd met beige/bruin gestreept linnen band. B) Rok van zwarte bedrukte sits met uitgespaard en deels in lichtbruin bedrukt motief van strooibloemen of besjes omringd door verschillende soorten blaadjes. In de linkerzij is op heuphoogte een gedeelte van het uiteinde van de stofbaan te zien, dat in smalle zwarte strepen is bedrukt, wat erop duidt dat de rok is gedragen met een heupvulling. Rok aan voorzijde in platte plooien en aan achterzijde gerimpeld aan rokband van zwart katoen bevestigd. Sluiting in beide zijden middels grote haken en ogen, waaronder splitten van circa 33 cm. Rok tot circa 15 cm boven de zoom gevoerd met blauw/wit geblokt linnen, vanaf circa 15 cm boven de zoom gevoerd met zwart katoen met uitgespaard strooimotiefje. Op circa 15-18 cm vanaf de tailleband naaisporen en restanten van bruin garen in de voering te zien. Dit zijn achttiende-eeuwse vermaaksporen. C) Ondermuts van wit katoen met ingeweven strepen en strikmotiefje. Pas langs de onderranden verstevigd met geheel in strepen geweven wit katoen, waarlangs een geschulpte kantstrook. Langs de voorzijde van de pas een strook in cirkelvormen en blaadjes geborduurde tule, niet origineel. Aantrekkoord middenachter door bol. D) Fichu van crèmekleurig linnen met ingeweven ruit. Driehoekig model, crèmekleurig franjepassement over de diagonale zijden, circa 8 cm doorlopend over de bovenzijde. E) Fichu van wit katoen of linnen batist. Driehoekig model, tamboureerwerk, fils tiré en open naaiwerk in florale motieven langs de diagonale zijden.