Borsik voor de winter

Borsik gemaakt van rode japonstof. Het voorpand en de mouwen zijn versteld met geheel afwijkende rode katoenen stof en roze-rode damast. De mouwen en het rechter achterpand is afgezet met geel wollen koor. De voering is gemaakt van olijfgroene keperkatoen. Verschillende kwaliteit rode japon (wollen stof), mouwen en voorpand versteld met geheel verschillende stoffen rode katoen en roserode damast, halsje afgewerkt met geruit biesje, de rest met geel wollen koor, voering olijfgroene keperkatoen, de mouwen hebben voering van meerdere aaneengezette stofjes, zijnaden achter. Borsikkie gedragen door het kind in het pak. Wanneer het kindje ongeveer 1 jaar oud is, wordt het babyborsikkie uitgedaan en krijgen de kinderen een borsik aan, die voor beide seksen anders is van snit. Bij het jongensborsikkie worden de rugpanden wat langer geknipt dan het voorpand. Deze verlengde rugpanden, afgezet met band, worden boven het rokje en met 5 jaar boven het broekje gedragen (slippen 18e eeuwse mannenrok). Het borsikkie voor de meisjes heeft vrijwel even lange achterpanden als het voorpand en de onderzijde is niet afgewerkt met band, omdat deze in het rokje worden gedragen. De borsikkies van katoen, afgezet met langet, worden 's zomers gedragen, van Pinksteren tot half november (St. Maarten). Vanaf half november tot Pinksteren dragen de kinderen een wollen of japonborsik (wollen viltachtige stof) afgezet met wollen koor.