Voor de winter draagt men op Marken een zwart serge bovenbroek, maar bij warme dagen wordt deze vervangen door een broek van dezelfde snit maar dan gemaakt van wit rellinnen of ook wel katoen. Op...
Voor de winter draagt men op Marken een zwart serge bovenbroek, maar bij warme dagen wordt deze vervangen door een broek van dezelfde snit maar dan gemaakt van wit rellinnen of ook wel katoen. Op het land dragen de mannen hun daagse kleren. Veelal laten ze dan hun bovenbroek en boezeroen uit en werken in hun streept molton onderbroek en streept onderbaadje of ze dragen de witte katoenen (graslinnen) broek. Beige linnen broek met voor een split, sluit met 2 verschillende bruine knopen en knoopsgaten op de tailleband, bovenzijde hierin ruim inge- plooid, de broek bestaat 4 gelijke stukken, de karakteristieke snit doet dit kledingstuk wijd uitstaan tot z.g. "wangen", terwijl de pijpen zich zeer vernauwen tot onder de knie, kiellapjes (klink) in het kruis, initialen S.I. aan de binnenzijde onder het split in rood, in de zijnaden 2 steekzakken.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie