Ceintuur

 

Zeer brede katoenen "faja", op heupweefgetouw geweven in streeppatroon. De "faja" wordt gedragen met 5075-429 en 5075-430. Ceintuurs hebben een belangrijke plaats in de traditionele dracht van de...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
RV-5075-654
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1948
Herkomst
Acatlán (Puebla)

Zeer brede katoenen "faja", op heupweefgetouw geweven in streeppatroon. De "faja" wordt gedragen met 5075-429 en 5075-430. Ceintuurs hebben een belangrijke plaats in de traditionele dracht van de mannen maar vooral van de vrouwen. In de mannendracht, die tegenwoordig bijna geheel verdwenen is, werden ceintuurs gebruikt om de broek mee vast te zetten. In de vrouwendracht werd de wikkelrok met minstens één, maar vaker met meerdere ceintuurs om de heupen gebonden. Vaak werd daarnaast ook de “soyate” gebruikt, een ceintuur van gevlochten palmblad die aan de geweven ceintuur werd bevestigd. Het ruwe oppervlak van de “soyate” vergrootte de grip van de ceintuur op de vaak zware wikkelrokken. Ceintuurs die met een dergelijke “soyate” werden gedragen hebben meestal aan slechts één uiteinde franjes; aan het andere werd de “soyate” bevestigd. Kleine kinderen dragen de miniatuurversie van de kleding van volwassenen. Naast een praktische functie had de vrouwenceintuur ook een beschermende of zelfs magische functie. Vaak werd geloofd dat de ceintuur de buik ondersteunde en het ongeboren kind beschermde. In veel gevallen worden ceintuurs in één dorp of regio geweven en over lange afstanden vervoerd om vervolgens in andere regio’s te worden verkocht. Dikwijls worden gordels eens per jaar op grote markten verkocht waar de verkopers en kopers niet hetzelfde dialect of zelfs dezelfde taal spreken.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie