Damesensemble (broekpak) bestaande uit jasje en broek

 

001: Het jasje is gemaakt van een vrij grof geweven ongebleekte katoen en gevoerd met een fijnere ongebleekte katoen waartegen weer een gemêleerd-kleurig synthetisch weefsel aan de binnenkant zit....

Maker
Yamamoto, Yohji
Objectnummer
28638/001-002
Instelling
Centraal Museum
Periode
2000 -
Herkomst
aankoop, 2000

001: Het jasje is gemaakt van een vrij grof geweven ongebleekte katoen en gevoerd met een fijnere ongebleekte katoen waartegen weer een gemêleerd-kleurig synthetisch weefsel aan de binnenkant zit. Het jasje heeft een achterpand wat schuin van draad is.Het heeft een naad middenachterr en twee schuine coupenaden, die in een klokkend schootje uitlopen wat aan de voor- en achterkant langer is dan op de heupen. De ellebooglange mouwtjes zijn aan het achterpand aangeknipt en met een raglan-naad aan het voorpand bevestigd. Aan de hals zit een aangeknipte, hoge kraag. Het voorpand is recht van draad en heeft in het midden een rits die van onderaf òf van bovenaf te openen is. Onderzoom en kraag hebben een rafelrand.002: De enkellange broek is van dezelfde vrij grove stof gemaakt als 001. Het is een wijd model. Een tailleband/sjerp is gedeeltelijk vastgenaaid aan de broek en hangt aan de achterkant los. De steeds breder wordende uiteinden kunnen gestrikt worden.Middenvoor heeft de broek één brede plooi waarin de naad weggevouwen is. Het iets verlaagde kruis vertoont een massa plooien hierdoor. De rechte zijnaden zonder coupe zijn wat naar voren geplaatst en op de heupen zitten van boven toegankelijke zakken. Op deze plaats is de tailleband los van de broek en plooit de broek naar buiten uit. Aan de achterkant zit de sluiting met rits en knoop & lus.,t

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie