Demonstratie van het opzetten van de 'grote kap' door mevrouw De Groot. Het haar wordt verdeeld in twee pijpenkrullen en een pony. Over het haar is een diagonaal gevouwen vierkante doek om het...
Demonstratie van het opzetten van de 'grote kap' door mevrouw De Groot. Het haar wordt verdeeld in twee pijpenkrullen en een pony. Over het haar is een diagonaal gevouwen vierkante doek om het hoofd gespeld. Over deze doek is de zogenoemde brief gespeld. Dit is een halvemaanvormig stuk bordpapier dat met een wollen band om het hoofd wordt vastgezet. Over de brief is een witte ondermuts geplaatst. Vervolgens is een dubbelgevouwen strook wit katoen rond het hoofd gespeld, het zogenoemde zoompje. Over het zoompje komen dakpansgewijs rode wollen banden, de zogenoemde sajetten banden. Hierboven zit het zogenoemde vernaaide lint, een linnen band met motieven in zwart kruissteekborduurwerk. Boven het vernaaide lint zit het 'akkelde bandje', een zwart zigzagbandje. Boven op het achterhoofd zit het zogenoemde oepie, een ronde steunvorm van balein. Over al deze lagen komt ten slotte de zogenoemde fijne kap, een muts van (glas)batist, die aan de voorzijde voorzien is van een ingezette kantstrook. De rode sajetten banden fungeren als 'blinker' voor de kant, waardoor het patroon beter uitkomt. De fijne kap wordt op het hoofd gehouden met een keelband die versierd is met borduurwerk. De keelband heeft aan beide uiteinden een haak of 'bek', die in trensjes aan de kap zijn gehaakt. Aan de achterzijde wordt de overtollige stof vlak getrokken en vastgespeld.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie