Doek

Blauw geverfd, lang, jurkachtig gewaad met wit en bruin uitsparingmotief (zie M6-46). Hat mouwloze gewaad heeft een wijd, simpel, recht model met ronde hals. Op een donkerblauwe achtergrond een wit cirkelvormig afbindmotief. De witte rondjes (ongeveer 1cm) vormen een spiraal (grootste diameter ongeveer 40 cm) rond één grotere witte cirkel (diameter ongeveer 4 cm). De ruimte tussen de spiralen is opgevuld met bruingele rondjes. Met behulp van b.v. een bord of ronde schaal werden op witte damast grote cirkels (diameter ongeveer 40 cm) getekend. Met draad werden kleine rondjes (diameter ongeveer 1 cm) afgebonden; beginnende op de grote cirkel werd spiraalvormig naar het midden toe gewerkt. Het midden werd met één groter rondje. Nadat zo alle grote cirkels waren afgebonden heeft Mrs. Kamara (zie M6-46) de stof in Kola bruin geverfd. Toen werden ook de ruimtes tussen de grote cirkels met kleine rondjes ( diameter ongeveer 1 cm) afgebonden, zoveel mogelijk de rondingen van die cirkels volgend. Daarna heeft Mrs. Kamara de stof in Gara geverfd. De afbindingen werden los gemaakt en de stof werd gespoeld en gedroogd. De kleermaker heeft er een "gawn"(M6-48) van genaaid. Toen de gawn nieuw was waren de kleine rondjes, die spiraalvormig de grote cirkels vormen, waarschijnlijk lichtblauw. Ze zijn door veelvuldig wassen wit geworden. Deze gawn was eigendom van Mrs. Kamara. Ze droeg deze gawn bv. als ze inkopen ging doen in de stad. Ze kon dan verzekerd zijn van een compliment: zo'n mooie gawn! De gawn is heel mooi qua patroon (een tijdrovend patroon wat heel netjes is afgebonden), qua kleur (twee maal geverfd in natuurlijke verfstoffen Kola en Indigo), qua kwaliteit van de stof (damast) en qua hoeveelheid stof (er is niet zuinig met de stof omgesprongen; de gawn is heel wijd). Omdat de gawn heel mooi is heeft Mrs. Kamara aangeboden om hem in de museumcollectie op te laten nemen. Daartoe heeft ze hem begin 1983 aan K.K.Gerbrands verkocht.