Donkergroene lap ("lapa", zie M6-48) stof met lichtbruin uitsparingmotief (zie M6-46). Op een bijna zwarte achtergrond een cirkelvormig afbindmotief. De cirkels hebben een doorsnee van ongeveer 2...
Donkergroene lap ("lapa", zie M6-48) stof met lichtbruin uitsparingmotief (zie M6-46). Op een bijna zwarte achtergrond een cirkelvormig afbindmotief. De cirkels hebben een doorsnee van ongeveer 2 1/2 en zijn gerangschikt in evenwijdige rijen, die in de breedterichting van de lap lopen. De doek heeft aan beide korte kanten een effen rand van ongeveer 20 cm. Patroon: Kawyay (zie M6-47) Mrs. Kamara heeft van 135 cm brede witte katoen een "lapa" geknipt. Toen is met " kane-threat" (zie 5270-41) elk cirkeltje apart afgebonden, als volgt: een hoopje stof wordt beetgepakt en op de juiste grootte stevig met kane-threat omwonden. De afbinding wordt met een halve steek vastgezet. Nadat het patroon was afgebonden (22 rijen van elk 40 á 45 cirkeltjes) heeft Mrs. Kamara de lap in Kola geverfd en daarna in Gara (zie M6-46).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie