Doek (servilleta)

Doek geweven van handgesponnen witte katoen (linnenbinding) met in drie horizontale banen supplementaire inslagdraden van coyuchi (van nature bruingekleurde katoen) die van zelfkant tot zelfkant lopen. Techniek: lussenweefsel (confite) en broché. Bovenaan bevindt zich een baan met twee tegenover elkaar geplaatste honden, in het midden een golvend zigzagpatroon in de vorm van sterk gestileerde ranken met bloemen. De onderste baan telt drie geïsoleerde brochéfiguren, twee katachtigen (?) met in het midden een getand geometrisch motief (traditioneel, gekopieerd van Ojitecos?). De kettingdraden zijn aan de uiteinden verwerkt in franjes. De doek maakt zeer waarschijnlijk deel uit van een set, tezamen met nrs. 5946-302, 303 en 305/308, aangezien alle weefsels dezelfde techniek en uiterlijke kenmerken vertonen.