Het doopjurkje werd meestal vervaardigd uit de stof van moeders eigen blauwe trouwschullek. Toen de schullek nog van paars-oranje of blauw-rode weerschijnstof was, zag men dus ook nog weerschijne...
Het doopjurkje werd meestal vervaardigd uit de stof van moeders eigen blauwe trouwschullek. Toen de schullek nog van paars-oranje of blauw-rode weerschijnstof was, zag men dus ook nog weerschijne doopjurkjes. Het doopjurkje is van model geheel gelijk aan het jurkje, dat door de oudere kindertjes gedragen werd. Deze zijn meestal van licht katoen, bedrukt met kleine bloemetjes. In de rouw droeg; men een jurkje van zwart tibet. Voor de speciale pofmouwtjes van het jurkje had men stof van 2 meter lengte nodig. Als men minder geld ter beschikking had, nam men een mindere kwaliteit stof of minder stof, waardoor er minder plooitjes in de mouwtjes kwamen. Blauw tibet, lijfje sluit strak om het lichaam, hieraan is een zeer wijd rokje gerimpeld (gesmokt), alleen middenvoor is het rokje glad aan het lijfje gezet, lijfje gevoerd met grijze katoen, de korte mouwen zijn hoog ingezet en zijn aan het uiteinde bovenop sterk gerimpeld zodat een pofmouw ontstaat ook de bessel in de mouw, die een soort schouderkap vormt is bovenop sterk gerimpeld, middenachter een split die doorloopt tot 9 cm. in de rok, daarna is het split een aantal cm. uitgescheurd, sluiting met 5 koperen haken en een dubbele rij trensjes, het rokje bevat 12 besseltjes, de zoom is verstevigd met een strook grijze katoen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie