Lange, witte doopjurk in batist. Ronde halsuitsnede met een brede aangefronste strook die afgewerkt is met kant. Tussen de kraag en het lijfje een smal gehaakt (geklost) lint. Het lijfje is in...
Lange, witte doopjurk in batist. Ronde halsuitsnede met een brede aangefronste strook die afgewerkt is met kant. Tussen de kraag en het lijfje een smal gehaakt (geklost) lint. Het lijfje is in voorste en rug versierd met nerven en smalle stroken kloskant. De lange rok is rondom aangefronst en heeft lange, ingenaaide nerven en stroken kant. De rok is onderaan afgewerkt met een brede aangefronste volant met een strook kant. Tussen lijfje en rok en tussen rok en volant een smal gehaakt (geklost) lint. Lange mouwen met op de bovenkant nerven en een strook kloskant. Op de lendennaad een grote lange, satijnen strik. De boord is aangefronst op een strook kloskant. Een naad middenrechts en een sluiting van vier kleine paarlemoeren knopen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie