Engelenlint van Geertje Zeeman-Visser

Dit vernaaide lint heet een engelenlint naar de zes engelen die erop zijn geborduurd. Op beide kanten staan de initialen ‘G K’ van Geertje Klaasdochter, in Friese letters. Vernaaid lint gemaakt van een strook wit katoen dicht geborduurd met zwarte katoen in kruissteekmotieven met engelen, vandaar de naam engelenlint. Aan weerszijde de initialen GK, Geertje Klaasd. De zwarte kleur is door het wassen verbleekt, de linkerzijde is ingekort. De meest bijzondere, geborduurde banden van Marken zijn de vernaaide linten die bij de fijne kap gedragen worden. De vernaaide linten worden onder de batisten bovenmuts gedragen en schijnen net een beetje door de stof heen. Ondanks dat, werd er zeer veel werk van gemaakt. De linten zijn altijd van linnen, waarop met zwarte zijde is geborduurd. Aan beide zijden van het lint staan de naamletters van de draagster, geborduurd in Friese letters. Meisjes droegen het vernaaide lint voor het eerst als zij belijdenis deden en daarna af en toe op zondag. De vroegste linten zijn nog vrij smal, later werden ze breder. De motieven zijn soms geometrisch, maar er zijn ook linten met voorstellingen: de naamlinten. Verder zijn er linten met kerk en kandelaar, engelen, Adam en Eva, maar er zijn ook driekronenlinten, poppenlinten en sterrenlinten. De naamlinten werden alleen gedragen met Pasen, Pinksteren, Kerst en andere feestdagen. Dit vernaaide lint heet een engelenlint naar de zes engelen die erop zijn geborduurd. Op beide kanten staan de initialen ‘G K’ van Geertje Klaasdochter, in Friese letters.