Halsje

Een goed met snee- en witwerk versierd beffie (boordje), is een tamelijk bewerkelijk stuk en wordt daarom niet altijd door de week gedragen. Men draagt dan een veel minder bewerkt beffie met b.v. alleen maar tsjalkmansschuintjes, rode knoopsgaten en de initialen. De fijn bewerkte beffies worden op een zg. halsje (schouderstuk) gezet dat bij het dragen, voor zover zichtbaar, bedrieglijk het hemd nabootst. Zo'n halsje wordt vooral ook gedragen door hen die niet meer het ouderwetse ondergoed dragen, maar overgegaan zijn op de stadse onderkleding. Het halsje is het beste te vergelijken met het overeenstemmende deel van een hemd. Met banden en lussen wordt het kledingstuk strak om het lijf gesnoerd. Voor het wassen wordt het beffie losgetornd en afzonderlijk gereinigd en moet dus telkens opnieuw opgezet worden. Zie ook 020683. Wit katoenen damast met werkje erin, schouderstuk bestaande uit twee rechte lappen met split aan de voorzijde, een naad middenachter, onderaan banden en lussen, beffie (halsboordje); van witte katoen versierd met witwerk aan de achterzijde, voor twee knoopsgaten met rode katoen gefestonneerd omlijst met Spaanse oogjes, aan weerszijden initialen in friese letters in rode katoen, aan de bovenzijde een rij tsjalkmansschuintjes en gewerkte tandjes in wit.