Materiaal: bruine wol en borduurgaren. Techniek: één baan, handgeweven platbinding, geborduurd met steel- steek en dekensteek flos is erin gevlochten. De ene baan is met de hand geweven. Om de 7...
Materiaal: bruine wol en borduurgaren. Techniek: één baan, handgeweven platbinding, geborduurd met steel- steek en dekensteek flos is erin gevlochten. De ene baan is met de hand geweven. Om de 7 cm. zit een afwijkende kettingdraad van dunne wit en blauwe draden, nauwelijks zichtbaar. De lap heeft vier zelfkanten. Hals en armsgaten zijn omzoomd met een dekensteek, met een groene borduurdraad. Daaromheen is een roze-oranje en roze-groene smalle zigzaglijn geborduurd, en roze, groen of oranje steeltjes (3 cm.) die in een drievorkje uitlopen. Voor en achter zit ongeveer 12 cm. onder de hals een flos van 11 cm., bestaande uit dikke bossen losse rode en groene draden, zes rood-groene vlechtjes van drie draden, en vier met verschillen de kleuren strak omwikkelde bundels rood-roze-groen-oranje en witte draden, die aan het uiteinde in een klein flosje (2 cm.) vrijhangen. Volgens Cordry worden deze huipils normaal gesproken in drie banen geweven op een heupweefgetouw.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie