Huipil

Materiaal: handgesponnen wit katoen, rood fabriekskatoen en groen commercieel borduurgaren Techniek: gewoon geweven op een heupweefgetouw en geborduurd Deze "huipil" is vrij los geweven. Door er met hetzelfde witte garen (in inslagrichting) blokjes op te borduren is het "petate-motief" ontstaan (petate betekent mat). Vertikaal over de "huipil" lopen strepen, die ontstaan zijn doordat er twee scheringdraden (witte) gebruikt zijn (om de drie blokjes). Aan de zijkanten van de afzonderlijke banen zijn met behulp van rode scheringdraden rode strepen ontstaan, die vrij strak geweven zijn. De panden zijn min of meer aan elkaar geborduurd, met groen garen. Op het linkervoorpand, ongeveer op de helft, zijn twee blokjes met groen geborduurd. De halsopening is niet af, alleen gezoomd. De mouwgaten zijn met groen garen afgewerkt (deze "huipil" wordt soms gedragen met een rok als 5075-18). De Amuzgo vrouwen staan bekend om het weven van hun “huipiles”. Dit kledingstuk bestaat gewoonlijk uit drie samengevoegde delen en is gewoonlijk erg lang, reikt tot halverwege de kuiten, waardoor zelden een rok eronder gedragen wordt. Alleen bij speciale gelegenheden wordt soms een handgeweven wikkelrok gedragen. Doordat meestal geen rok gedragen wordt zijn de “huipiles” wat zwaarder dan zoals die gewoonlijk gedragen worden. Huipil Handspun white cotton Acquired 1958 in Xochistlahuaca, Gro. Dimensions: L: 101 cm W: 114 cm Description: Plain weave with weft brocading in all-over checkerboard or 'petate' (mat) design. Red warp stripes along selvages create wide vertical stripes at seams, wich are joined with green 'randa' work. Worn with or without wrap-around skirt.