Huipil

Materiaal: commercieel katoen Techniek: geweven in platbinding Twee weefbreedtes zijn aan elkaar gezet, waarbij een halssplit opengelaten is. De schouderpas wordt opgesierd door witte geribde ingeweven strepen in groepen van drie (volgens de verzamelaarster een afgeleide van de damast techniek). De onderkant is afgewerkt met rode kunstzijde in knoopsgatsteek. Onder de halssplit, voor en achter is een streng rode kunstzijde 10 cm door de stof heen gevlochten. Aan weerszijden daarvan hangen de draden. De "huipil" wordt gedragen met rok 5075-129 en de "rebozo" 5075-130,131,132. De traditionele vrouwendracht in Yalalag bestaat uit een witte “huipil”, wikkelrok, ceintuur met “soyate” en een witte “rebozo”, omslagdoek. Daarnaast hadden de vrouwen ook een complexe haardracht dat sterk lijkt op een tulband. De “huipil” bestaat uit twee delen en het meest opvallende deel zijn de kwasten die onder de nekopening aan de voor- en achterzijde bevestigd zijn. Voorheen waren de kwasten wit, maar tegenwoordig wordt de voorkeur gegeven aan gekleurde exemplaren. Feesthuipiles hebben een strook geborduurde bloemen aan de voorzijde naar beneden lopen. In Yalalag worden de “huipiles” los over de wikkelrok gedragen. Huipil Commercial white cotton, red artificial silk used for embroidery Acquired 1963 in Oaxaca Dimensions: L: 88 cm W: 102 cm Description: Plain weave. Two panels, with a weft-faced pattern on yoke. Slit as neck opening, with on front and back a horizontal plait of red artificial silk, woven through the fabric, ending in fringes. Worn with an enredo similar to 5075-129 and rebozo similar to 5075-130/131/132. Provenience: Yalalag, Dist. of Villa Alta, Oax.