Huipil

Huipil, gekocht in Amatlán, maar afkomstig uit Chinantla, een gebied in Noord-Oaxaca. Dit gebied is bekend om zijn verschillende typen huipils; de vrouwen uit Amatlán kochten graag rode huipils, die hier gemaakt werden (zie Cordry, p. 222). Deze huipil bestaat uit drie banen van een hoofdzakelijk open weefsel, de schering uit naturelkleurige katoen, en is afwisselend in deze kleur en met rode katoen doorweven. De twee - identieke - zijbanen hebben voor een groot deel een naturelkleurig gaasweefsel, waarin een groot rood motief van de dubbele adelaar en tweemaal een horizontale rand van drie rode pauwen geweven is, afgewisseld door dichte-rood-geweven randen. Daarboven is, en nu op een rode achtergrond, tweemaal in rood het, waarschijnlijk uit pre-columbiaanse tijd afkomstige motief van de dubbele adelaar, en daartussen een rand van pauwen, ook weer steeds afge- wisseld door dichtgeweven rode randen, aanwezig. De schouder is naturel-dichtgeweven. De achterkant van de zijbanen is gelijk aan de voorkant. De middenbaan is bijna geheel rood. Onder de hals bevindt zich een groot geometrisch motief, daaronder beurtelings een dubbele adelaar en een pauwenrand, steeds afgewisseld met dichtgeweven rode banen, waardoorheen enkele blauwe streepjes. Aan de onderkant zijn ook enkele randen in gaasweefsel. De naden en de halsopening zijn weggewerkt met opgestikste banen van groene taft. Hier en daar zijn blauwe, oranje of groene wollen plekjes in 't weefsel geborduurd. De huipil is met de hand geweven op het heup-weefgetouw, de katoen heeft men zelf geverfd. De huipil is dus