Jak voor een meisje

 

Jak voor een meisje. De coupe van het kletje is al heel erg oud. Het is een nauwsluitend jakje met vierkante halsopening, welke is afgezet met langetband. De versiering van het band is i.t.t. het...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
020594 /a
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1900
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
schenking 1986-08-01

Jak voor een meisje. De coupe van het kletje is al heel erg oud. Het is een nauwsluitend jakje met vierkante halsopening, welke is afgezet met langetband. De versiering van het band is i.t.t. het kletje sterk aan mode onderhevig. Het oudere langet vertoond "ussies", "boompies", "skeepies" en "ondjes". Deze hebben plaats gemaakt voor kleine geometrische patronen, kroontjes en sterretjes. Het kletje wordt samen met de kraplap 's zondags gedragen, en bij alle andere gelegenheden waar men netjes voor de dag moet komen. Het kletje wordt boven de rok gedragen, de biezel gaat eroverheen. De rode rok was er voor de zondag om mee te pronken. Deze wollen rok met felle strepen -wit-rood-blauw-groen- werd rond 1940 alleen nog maar bij het huwelijk gedragen. De plooien welke erin worden geperst met een natte doek, blijven er lang in doordat de rok door de week onder het matras wordt gelegd. Dit jak is afkomstig van Augustin Hanicotte (1870-1957), een Franse kunstschilder die tussen ongeveer 1895 en 1914 veel in Volendam heeft gewerkt. Hij trouwde met Trinette Spaander, een dochter van hoteleigenaar Leendert Spaander. Hanitcotte heeft het jak waarschijnlijk gekocht of laten maken, zodat hij ook in Frankrijk de mogelijkheid had modellen in Volendammer- of Markerdracht te schilderen. Veel buitenlandse kunstenaars deden dit en kochten kostuums, klompen en interieurstukken. Het jak is door de dochter van de schilder geschonken aan het Zuiderzeemuseum. Onderdeel meisjeskostuum bestaande uit: a-jak (kletje), b-rode rok, c-schort (boezel). Het kletje is een nauw sluitend jakje, gemaakt van zwart wollen stof, met mouwen tot de elleboog en een vierkant uitgesneden halsopening, het sluit van voren met haken en ogen, de sluitingsranden zijn afgezet met een blauw koordje, de halsopening is afgezet met langetband. Een kraplap er in vastgenaaid, stof idem aan die van het stikkie van de bijbehorende boezel. Rode rok, de rokband is van rood katoen en onderaan is de rok afgezet met een rood-wit koordje, de rok bestaat uit rechthoekige baan stof, de naad bevind zich op de rechterheup en wordt aan de bovenzijde opengelaten (zijzak), de voorzijde is glad, de heupzijden en de achterzijde is plisse geplooid, de plooien zijn erin geperst, voor de zondag. Gedragen door meisje van 10 jaar.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie