Blauwe japon van satijn, hoog gesloten, voor even uitgepunte hals. Pagodemouwen met onderaan drie schuingeknipte biezen van dezelfde stof. Voor geopend tot halverwege de rok en gesloten door haken...
Blauwe japon van satijn, hoog gesloten, voor even uitgepunte hals. Pagodemouwen met onderaan drie schuingeknipte biezen van dezelfde stof. Voor geopend tot halverwege de rok en gesloten door haken en trensjes. Bovenste deel van de sluiting tot middel gegarneerd met twee schuingeknipte biezen, onder het middel smalle overslag tot onder aan de rok. Op de rug een schijnsluiting bestaande uit overslag, waaronder 12 blauwzijden knoopjes. Boven op de schouders ingerimpeld. Aan weerzijden in het lijfje een balein. Zeer ruime rok voor een crinoline, achter iets langer, aan tailleband rondom ingerimpeld. Rechts een zaksplit met olijfkleurige zijden zak. Binnenin de taille zijn vier banden aangebracht, waarvan het doel niet duidelijk is. Onderrand afgebiesd met wolband. De japon is gemaakt voor een persoon met een grotere maat. De japon is niet uitgelegd, en niet bedoeld voor een zwanger persoon. De japon is geheel gevoerd met grijze zijde. Dit is ongebruikelijk, voor de voering werden meer eenvoudige stoffen gebruikt. Mogelijk was de japon een jas. Ongebruikelijk is ook het zeer wijd vallende lijfje. De japon past in de mode van 1860-1865 door de kleur blauw, de pagode mouwen en mouwinzet, de band bij de sluiting middenvoor en de sierknopen op de achterzijde van het lijfje. Niet alle onderdelen zijn even modieus. De rugplooien, de wijze van inrimpelen van het lijfje en ook de sierknopen op de achterzijde van het lijfje passen meer in de periode rond 1840-1850.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie