Kamerjas met vest (man) van sits met rode grond en blad-, bloem- en slingermotieven. Blokdruk? Gewatteerd en gevoerd met rood linnen. Breedte van het katoen is 92 cm. Kamerjas, geheel gewatteerd....
Kamerjas met vest (man) van sits met rode grond en blad-, bloem- en slingermotieven. Blokdruk? Gewatteerd en gevoerd met rood linnen. Breedte van het katoen is 92 cm. Kamerjas, geheel gewatteerd. De jas is gemaakt uit één baan stof; open geknipt in het midden tot de ronde halsuitsnijding halverwege; aan de halslijn een klein boordje, 3 cm, gemaakt van een dubbelgevouwen rechte rand van de stof. Er is dus geen schoudernaad en het ornament loopt achter omhoog en voor naar beneden. Aan de zijkanten is de baan stof, onder en boven schuin toelopend geknipt tot aan het gedeelte dat over de arm valt en de mouw vormt; de mouw is dus een klein gedeelte aangeknipt en verder verlengd met een recht stuk stof, 40 cm; de wattering loopt door tot 13 cm van de onderkant van de mouw; daar is de mouw gevoerd met 18 cm gebloemde katoen, zodat de onderkant terug gevouwen kan worden tot manchet. In de zijnaden direct onder de mouw is de jas iets getailleerd, daarna lopen de naden schuin uit en zijn onderaan nog verwijd door een kleine geer. Laag in de zijnaden is een split met een diepe zak van grof bruin linnen. Over de zaksplit zijn zakkleppen, 3 x 20 cm, vanuit de zijnaad en vastgezet op het rugpand. Sluiting: in het linkerpand zijn drie knoopsgaten, in het boord, op de borst en op de taille in rechte lijn langs de voorrand; de met de stof overtrokken knopen zijn op het rechterpand in schuine lijn opgenaaid, waardoor de voorpanden schuin over elkaar vallen. Ceintuur, 4 cm breed, van dubbel genomen rand stof, sluitend met knoop en knoopsgat. Vest: ronde hals, mouwloos; twee voorpanden iets getailleerd; onder de taille middenvoor schuin weggeknipt en opzij schuin aangeknipt. Twee smalle achterpanden, iets getailleerd; onder de taille midden achter en opzij een split. In de voorpanden een zak met een brede zakklep, bovenaan recht en onderaan in accolade-vorm. Sluiting met 11 stofknopen en knoopsgaten, die schuin onhoog geplaatst zijn. De hals is afgewerkt met een smal bandje van de stof tot aan de sluiting. De voorpanden en de onderkant van het vest vanaf de taille zijn gevoerd met rood linnen. De rug en het gedeelte onder de armen is gevoerd met geruwd wit linnen. Bewaard: a. korte baan stof; inks boven is witte stof te zien met uitgelopen verf. Mogelijk was dit het begin van de stof. b. grote kraag, onder- en bovenkant van de stof, maar gedeeltelijk weggeknipt. Niet duidelijk is van welk type kledingstuk deze kraag afkomstig is.
Tweedelig herenkostuum bestaande uit kamerjas en vest van donkerrode gebloemde sits. a) Gewatteerde kamerjas. Ronde hals met klein boordje. Lange strakke rondgesneden mouwen met een naad boven de elleboog. Jas is ongetailleerd, maar loopt naar beneden toe iets uit. Aan beide zijden op de heupen een split in de naad met een diepe zak en een klep. Opening middenvoor. Sluit met stoffen knopen bij de hals, borst en taille. Knopen lopen schuin weg bij de stof. Binnenvoering van rood linnen. Losse ceintuur met een knoop en knoopsgat. b) Vest met ronde hals, zonder mouwen. Vest is ongetailleerd, loopt middenvoor schuin naar buiten weg. Voorpand loopt opzij door en eindigt in een puntje. Smal achterpand. Split middenachter en bij de zijnaden. Sluiting middenvoor met elf knopen en knoopsgaten. Voering lijfgedeelte van naturelkleurig flanel. Schoot van rood linnen. Los bijgevoegd kraagvorm (c) en strook stof (d).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie