Het doek vertoont een over de gehele lengte van het middenveld een boomfiguur. (mogelijke een levensboom) De stam is gevormd door een rechte rode lijn met twee zwarte zijlijnen. In een cirkel zijn...
Het doek vertoont een over de gehele lengte van het middenveld een boomfiguur. (mogelijke een levensboom) De stam is gevormd door een rechte rode lijn met twee zwarte zijlijnen. In een cirkel zijn twee mens- en twee karbouwfiguren met grote horens afgebeeld. Het is een zeer fraai en gaaf exemplaar van de zogenaamde Maa of Mawa kaïns, de naam voor zeer oude kaïns in dit soort. De Toraja's gebruikten dit soort doeken alleen bij hoogtijden. Bijvoorbeeld wanneer de voornaamste vorst overleden is, worden de doeken gebruikt bij zijn dodenfeest. Of bij dewata-feesten. Hoe ouder de kaïn des te waardevoller. In verschillende streken is het verboden kaïns weg te doen. De Toraja's geloven dat een doek waar karbouwen op voorkomen, hun veestapel laat groeien.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie