De kepala ('hoofd') bevat een bloeiende tak boshyacinten (harebell noemt de verzamelaar ze), twee vogels en een vlinder op diagonale stippellijnen. De badan ('lichaam') heeft dit motief driemaal...
De kepala ('hoofd') bevat een bloeiende tak boshyacinten (harebell noemt de verzamelaar ze), twee vogels en een vlinder op diagonale stippellijnen. De badan ('lichaam') heeft dit motief driemaal op een andere, geometrische achtergrond. Deze doek is vermoedelijk een imitatie van een (Indo-)Chinese doek: in Veldhuisen (1993:101) staat een doek afgebeeld met een soortgelijke achtergrond, die is afgeleid van antieke Chinese borduursels. Hij is vervaardigd in een bekende Indo-Europese batikkerij en was bestemd voor Indo-Europeanen, -Chinezen en de export. Van alle Europese werkplaatseigenaressen had alleen weduwe J. Jans Europese ouders (Veenstra); de anderen waren allen Indo-Europees. Ze huwde een jonge advocaat uit Nederland, Th. J. Jans. Ze kregen vijf kinderen. Hoewel ze dus een batikkerij runde, werd ze als gelijke beschouwd door de leden van de bovenklasse van de Europese gemeenschap te Pekalongan. Daarnaast had ze nog inkomsten uit het onderverhuren van kamers in haar riante woning aan beginnende ambtenaren met hun partners. Ook verdiende ze geld met haar rozen en orchideeën, die ze tot mooie boeketten samenstelde m.b.v. ijzerdraad, hetgeen ook nu nog gewoon is op Java (Veldhuisen, 1993:71).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie