Katoenen schouderdoek

Deze textielbenaming is waarschijnlijk afgeleid van de regio van origine van de doek. "Pane" is de naam van een Simalungunstreek. "Pane" is ook de Karonaam van een draakachtige wichelfiguur. In de Simalunguntaal, betekent "panei": "heldere visie". De doek werd door zowel Karo- als SimalungunBatakmannen en -vrouwen als heupbedekking gebruikt (zie Niessen 1993:87, fig. 68, de heupdoek tweede van rechts is mogelijk een "ragi panei", gebruikt door een Simalungun persoon van hoge stand). Kenmerkend voor de doek zijn smalle strepen in de middenbaan: blauw (of blauw en rood) afgewisseld met wit. De doek kan een blauw of een paars aanzien hebben, afhankelijk van of de wever rode draad in de schering heeft gebruikt (zie omschrijving vervaardiging). De voornaamste scheringkleur is echter indigoblauw. De zijbanen zijn effen, donker indigoblauw, en iets meer dan 10 cm. breed. Een enkele streep of een meer gecompliceerd samenstelling van strepen, kan de grens tussen zij en middenbaan aangeven. De getwijnde randen aan de uiteinden van de doeken bestaan uit enkele, simpele rijen van afgewisseld rode en blauwe inslag. Tegenwoordig wordt deze doek alleen door Simalungun-Batak gebruikt en door Toba-Batakweefsters op Samosir Eiland gemaakt. Een eeuwenoude handelsrelatie bestaat tussen Toba-weefsters en Simalungun-consumenten. Vervaardiging De volgorde van de kettingdraad in deze doek is als volgt: 8 wit, 5 indigoblauw, 2 rood, 5 indigoblauw. De volgorde wordt consequent herhaald op de middenbaan van de doek.