Katoenen wikkelrok met bloemmotieven op geometrische patronen

 

Kain panjang pagi sore, dus met verschillend gebatikte helften zodat de rok bij verschillende wikkelwijzen anders gedragen kan worden. een helft heeft een badan ('lichaam') met een bulan (brede...

Objectnummer
TM-5663-1012
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1941

Kain panjang pagi sore, dus met verschillend gebatikte helften zodat de rok bij verschillende wikkelwijzen anders gedragen kan worden. een helft heeft een badan ('lichaam') met een bulan (brede rand) met het sido mukti-motief, een open ruitpatroon, waarin dan nog losse motieven zijn afgebeeld. Daarboven zijn grote cirkels gebatikt, evenals bloementakken en vogels. De andere helft bestaat uit diagonale stroken met een parang-variant, waarop boeketten, vogels en vlinders zijn afgebeeld. Het parang motief is één van de zogenaamde verboden motieven. Deze motieven werden door de sultans van Yogya en Solo verboden voor de gewone burgers te dragen. Parang betekent (klein) zwaard, en symboliseert macht en groei (McCabe Elliot, 1984:68). Boeketten waren oorspronkelijk echt Europese motieven, en de soort afgebeelde bloemen, maar ook dieren, hadden voor verschillende culturele groepen een eigen symboliek (Heringa, 1996:66). De rok is een Djawa Hokokai, een batikstijl vernoemd naar een Japanse organisatie die het leger mankracht en voedsel leverde. Deze rok is gemaakt in een Indo-Chinese batikkerij en was bestemd voor gebruik door Japanners.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie