Het patroon van deze doek bestaat uit zich repeterende geometrische vormen, cinde, afgeleid van Indiase patola-doeken. Ze zijn uitgevoerd in nitik-techniek, waarbij de was in stippen wordt...
Het patroon van deze doek bestaat uit zich repeterende geometrische vormen, cinde, afgeleid van Indiase patola-doeken. Ze zijn uitgevoerd in nitik-techniek, waarbij de was in stippen wordt aangebracht zodat het eindresultaat geweven lijkt, niet gebatikt. Dit is typisch Yogyakarta, omdat te Solo (Surakarta) nitik zeldzaam was. De rok is gemaakt in een lokale batikkerij en was bestemd voor Indonesië.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie