Katoenen zakdoek bedrukt met het moment van de overgave van de vorst van Lombok aan het Nederlands-Indisch gezag

De voorstelling op de zakdoek geeft het moment weer waarop Anak Agung Agung Ngurah Karangasem (gezeten in de draagstoel), de laatste vorst van Lombok, zich overgeeft aan generaal J.A. Vetter, vertegenwoordiger van de Nederlands-Indische regering. De overgave vond plaats te Sasari op 20 november om 12 uur ’s middags. De vorst was naar dit dorp in de buurt van de pleziertuinen van Lingsar gevlucht in de nacht van 18 op 19 november toen het Nederlands-Indisch leger zijn paleis belegerde. Tijdens zijn overgave werd de vorst vergezeld door zijn zoon Anak Agung Made Djelantik en zijn kleinzoon Anak Agung Oka (zoon van de reeds gesneuvelde kroonprins Anak Agung Ketut). In de ochtend van 23 november werd hij samen met vier van zijn overlevende familieleden van het huis van Karangasem en enkele volgelingen in het geheim aan boord van het marineschip HMSS Prins Hendrik gebracht om hen naar hun ballingoord in Batavia te brengen. Als een van zijn laatste daden gaf de vorst een van zijn volgelingen de opdracht een mand met zand van het strand van Lombok te vullen. Het was het enige wat de vorst nog bezat. Anak Agung Agung Ngurah Karangasem stierf in ballingschap te Batavia op 20 mei 1895. Het tafereel is een interpretatie van een voorstelling afgebeeld in Les Hollandais à Lombok van K. de Hartogh uit 1899. Het onderschrift bij die afbeelding luidt 'De grijsaard verlaagd tot wanhoop doet afstand van en geeft zich over...'. Op de zakdoek staat in het Bahasa: 'Ini Bali Lombok Radja Bali soeda kapok mangka di pikol maoe dodok sigala orang bolee tengok'. Vrij vertaalt betekent dit: 'de vorsten van Bali en Lombok hebben de schrik al te pakken zo komt het dat ze gedragen werden of willen zitten, alle mensen kunnen het zien (mogen ernaar kijken)' (informatie Pim Westerkamp, 2011)