Kinderbaadje

Chinees baadje – kleine voorschoot – voor kleine kinderen, gemaakt van zijde en katoen [?]. De voorzijde is van grauw witte zijde waarop langs de randen stroken met borduursel zijn aangebracht. Tot de voorstellingen die daarop zijn geborduurd, behoren planten en vogels en [paarse] meanders. In het midden van de onderzijde van het baadje bevindt zich een dubbele zak met overslag. Op de voorste zak zijn een oude man en een kind geborduurd. Aan beide zijkanten van het baadje zijn okerkleurige katoenen lusjes aangebracht die, tezamen met twee verguld metalen ringetjes – met kleine uitbeeldingen van een hert/qilin [?] – aan de kraag van het baadje, dienen voor de aanhechting van koorden waarmee het baadje respectievelijk en tegelijkertijd om de middel kan worden vastgebonden en om de hals kan hangen. De achterzijde van het baadje is geheel onversierd en gemaakt van zeer fijn geweven katoen [?]. Dergelijke baadjes werden tot ver in de 20ste eeuw in China door kleine kinderen gedragen, waarbij zij er op hete zomerse dagen geen andere bovenkleding of ondergoed bij droegen. De schenkers – de heer en mevrouw Ludo van Bergen – hebben dit baadje, tezamen met twee vrijwel identieke exemplaren, in 1970 op Taiwan in een antiekwinkel in de stad Kaohsiung [Gaoxiong] gekocht met de mededeling of in de veronderstelling dat het Chinese Bh’s waren.