Klederdrachtpop van een vrouw uit Bunschoten of Spakenburg

Het kostuum toont de mode van 1930: korte brede kraplap, de rode doek is nog een geheel, het fries van het schort toont het fries op de oude smalle weefbreedte waardoor stukjes in het midden een naad kregen.; De poppen gekocht van Hesterman zijn oorspronkelijk door hem en zijn moeder voor de ZVT gemaakt in 1930. In 1939 hebben ze op de wereldtentoonstelling in New York gestaan. De vrouw draagt een donkerblauwe kulder en rok, kraplap wit met aan voorzijde bloemmotief achterzijde bloemmotief met vogel, de rode doek, een donkerblauw schort met bovenstuk van fries met rode en blauwe ruitstrepen en middenvoor een siernaad, achter opgehangen aan koperen haak, boormouwtjes van ander fries met rode en blauwe ruitstrepen, een rode onderrok afgezet met rood koord, daaronder een zwart/wit gestreepte onderrok. Het kostuum toont de mode van 1930. De vrouw draagt een donkerblauwe kulder, rok en kraplap.