Kokerrok door Loo Siauw Kwan met vogels en bloemboeketten

 

Een nu open kokerrok, met een achtergrond van kawung. Het kawung-motief is een van de zogenoemde verboden motieven, motieven die in de 18e eeuw door de sultans van Midden-Java verboden werden voor...

Maker
Vervaardiging: Loo Siauw Kwan (ca. 1970)
Objectnummer
TM-5663-113
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1925

Een nu open kokerrok, met een achtergrond van kawung. Het kawung-motief is een van de zogenoemde verboden motieven, motieven die in de 18e eeuw door de sultans van Midden-Java verboden werden voor burgers. De kawung lijkt volgens McCabe Elliot op een gesimplificeerde vorm van de lotusbloem (1984), een heilige bloem die een geloof in reïncarnatie en de continuering van de levensboom representeert (Heringa, 1996). De kawung is een van de ceplok-motieven, een geheel aan zich repeterende geometrische motieven die het Javaans geloof in een gestructureerde orde reflecteren. Het kruis in het midden staat dan voor een universele bron van energie (McCabe Elliot, 1984). Op de kawung-achtergrond van de badan staan bukets afgebeeld, geïnspireerd door Europese boeketten, met waarschijnlijk anjers, zinnebeeld voor fijngevoeligheid (Heringa, 1996). Rond het boeket vliegen vogels en vlinders. De kepala heeft een meer geometrisch buket, drie vogels, en kleine bloemen. Peranakan batik vanaf ongeveer 1920 bevat vaak Europese invloeden omdat zij vanaf toen wettelijk gelijkgesteld waren aan de (Indo-)Europeanen. Peranakan batikkers vervaardigden doeken voor Chinese en Europese mensen, maar gebruikten de motieven ook om hun gemengde afkomst uit te drukken, evenals dus hun sociale status (Heringa, 1996). Deze doek was bestemd voor de Chinese markt en voor de export.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie