Een nu open kokerrok met hele kepala aan een uiteinde, in rood, blauw, zwart en crème met hoofdzakelijk florale motieven. De kepala ('hoofd') bestaat uit twee rijen tumpal (driehoeken) die gevuld...
Een nu open kokerrok met hele kepala aan een uiteinde, in rood, blauw, zwart en crème met hoofdzakelijk florale motieven. De kepala ('hoofd') bestaat uit twee rijen tumpal (driehoeken) die gevuld zijn met grote bloemen en een motief dat lijkt op een dennenappel; er tussenin staan kleine bloemen afgebeeld. De papan van de kepala hebben eveneens grote bloemen, dennenappels en ranken, en hebben imitatiekanten randen (booh). De badan ('lichaam') heeft in diagonalen ranken met trosjes kleine bloemen. Sarungs (kokerrok voor mannen en vrouwen) met een complete centrale kepala werden vroeger gedragen door slaven, terwijl doeken met kepala aan een zijde gedragen werden door vrouwen die zich van slaven wilden onderscheiden. Na de afschaffing van de slavernij in 1860 werden alle typen sarungs gezien als de minder formele variant van de kain panjang (die ook gedragen wordt door mannen). Er kan gesteld worden dat sarungs met complete centrale kepala van een ouder type zijn dan die met kepala aan een zijde van een batik. De kepala van deze latere typen werd ook steeds meer complex (van Hout, 2001).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie